Op zondag 23 maart 1997 hebben de harde kernen van Ajax en Feyenoord een lunchafspraak voor een werkoverleg langs de A9 bij Beverwijk. Op de agenda staan onder andere de notulen van de teleurstellend verlopen vorige bijeenkomst aan de A10, die voor beide partijen niet gebracht had wat er van verwacht werd. Er worden over en weer harde noten gekraakt en Carlo Picornie, een senior executive van de F-side, overleeft de rondvraag niet. Even afgezien van de vraag waarom ik niet kan begrijpen dat een huisvader en hoteleigenaar zijn leven voor zijn favoriete club in de waagschaal wil stellen: Picornie was niet de eerste voetbaldode. Erik Lassche, lid van Vak P, wordt op zaterdag 8 december 1991 dodelijk getroffen bij een steekpartij in het centrum van Enschede, daags voor de thuiswedstrijd van FC Twente tegen Feyenoord – die natuurlijk ‘gewoon’ doorging.
Zondagavond konden we op Nieuwsuur beelden zien van zogenaamde freefights die op geheime plekken plaats vinden tussen hooligans van verschillende clubs uit België en Nederland. Een kickbox-expert toonde zich kritisch over de toegepaste technieken: ‘Dat ziet er niet erg getraind uit.’ Hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen vond het daarentegen meer een goede uitlaatklep: ‘Het is eigenlijk wel een goede oplossing omdat ze hun agressie op elkaar afreageren en niet op omstanders of politiemensen. Ze maken een groei door en leren hun grenzen kennen.’ Ik ben geneigd om Derksen het voordeel van de twijfel te geven, per slot van rekening heeft hij er voor doorgeleerd, maar zullen we dan meteen afspreken dat ze die fysieke ellende in en rond de stadions voortaan achterwege laten?
Peter Bonder