Zondagmiddag zag ik op FOX Sports de wedstrijd tussen Arsenal en Chelsea om de Engelse supercup. Het was een ontmoeting tussen tweeëntwintig chagrijnige haantjes in een te klein kippenhok. En hoewel je met grappen over deze sector vandaag de dag niet voorzichtig genoeg kunt zijn, vooral wanneer je weet dat de voorzitter van de pluimveehouders Hennie de Haan heet: u snapt de vergelijking met het vrouwenvoetbal. De finale tussen Nederland en Denemarken was om in te lijsten, met pareltjes als Lieke Martens, Jackie Groenen en Vivienne Miedema. Nooit gedacht dat deze antieke voetbalknar zo geraakt kon zijn en dat zegt veel over de opvatting van de spelers voor wie het voetbal nog een spel van pure vreugde is, in tegenstelling tot hun schromelijk overbetaalde mannelijke collega’s van – bijvoorbeeld – Arsenal en Chelsea.
En toch vond ik eerlijk gezegd een Deense vlinder de koningin van dit toernooi: Nadia Nadim. Mooie vrouw, fantastische speelster, maar wat een verhaal: haar vader was generaal in het leger van Afghanistan, vond het goed dat moslima’s gingen voetballen en werd mede daardoor vermoord door de Taliban. Ze zat met haar moeder en zusjes tweeduizend kilometer in de laadbak van een Italiaanse vrachtwagen toen ze ergens op het Deense platteland uitstapten. Intussen studeert ze geneeskunde in Amerika en is ze een nieuw rolmodel voor emancipatie. Ja, meneer Thierry Bidet, met uw lavendelwijsheden over de ‘homeopathische verdunning van de Nederlandse cultuur’: Nadia Nadim is een gelukszoekster en ik wens haar uit de grond van mijn hart alle geluk met het geluk dat ze haar geluk gevonden heeft. En ons met haar talenten een beetje gelukkiger maakt.
Peter Bonder