Het is een even vermakelijk als onbenullig gezelschapsspel voor de zelfbenoemde voetbalexperts, naar schatting de helft van de Nederlandse bevolking: een poosje ouwehoeren over de vraag wie na het vertrek van Ronald Koeman trainer moet worden van de verzameling voetballers die deel uitmaken of zouden moeten uitmaken van de selectie van Oranje.
Iedereen mag een mening hebben, ook ex-voetballers die weten wat het is om breedte te krijgen. Neem een Rafaël van der Vaart, neem een Theo Jansen. Zet er voor de zekerheid een wat minder gezette Pierre van Hooijdonk bij en een voetbaljournalist, wat een vak schijnt te zijn. In dit verband kom ik zo nog even te spreken over de kopsterke hoofdredacteur Herman Sandberg van Het Parool.
Ja natuurlijk, het ging over de vraag of Louis van Gaal in Zeist een Nederlands Elftal moet kneden. En even natuurlijk vielen er ook andere namen van klaarblijkelijke zwaargewichten in de wondere wereld der betaald voetbalcoaches. Precies, het Nederlands Elftal heeft een coach, want een clubteam heeft een trainer, die zich soms ook coach noemt, maar dat is misselijke hoogmoed maar gelukkig nog altijd veel minder dan een bondscoach.
Van Gaal won met Oranje géén prijs, want drie keer ging hij met Neerlands voetbalelite naar een eindtoernooi, maar na twee zeperds bleek de derde geen scheepsrecht. Van Gaal bereikte met Oranje niet het hoogste. Hij was de trainer die veel grote clubteams van oefenstof voorzag, want ga maar na, hij trainde Ajax, Barcelona Manchester United én Bayern München, met succes, maar een Europese of mondiale hoofdprijs metOranje, nee.
Hij was drie keer bondscoach, maar sneefde telkens met zicht op een hoofdprijs. De mooiste wedstrijd die ik het Oranje van Van Gaal heb zien spelen was in 2014 de openingswedstrijd van het WK, want dat was een feest, wat er natuurlijk mee te maken kan hebben dat ik die wedstrijd zag in het clubhuis van het altoos aangename Sportlust op De Bosrand te Vroomshoop. Hoogtepunt was die magistrale ‘duikgoal’ van Robin van Persie, het was een mooie avond, met een nazit tot in het ochtendgloren, maar Van Gaal miste met Oranje wel de finale.
En nu zou Van Gaal volgens drie voetballeukerds aan een praattafel ineens wéér met Oranje naar een eindtoernooi moeten. Het neuzelt en beuzelt aan dat tafelblad in Hilversum wel lekker en dat komt omdat voetbalgesprekken worden gevoerd door oud-spelers en twee ‘journalisten’ van wie er één gesprekleider is. Eigenlijk is dat nog het meest vreemde, dat journalisten mee-kwekken in wat vooral de leeghoofdigheid dient
Het is een apart vak, sportverslaggeving, ook binnen de journalistiek. Ooit zei Herman Willem Sandberg, van 1961 tot 1981 hoofdredacteur van Het Parool, dat iemand die niets kan journalist wordt en dat wie ook dat niet kan sportjournalist. Daar valt wel iets op af te dingen, maar niet zo heel veel. Neem nou het verslaggeversvolk dat kond doet van het de prestaties van deze of gene sporter of trainer
Dat zijn in het beste geval fans en in het slechtste geval schreeuwlelijkerds die bij elk gelukte pass gillen en blèren en in het onverhoopte geval van een goal een explosief orgasme faken of – erger – krijgen. Het heeft geen fluit met journalistiek te maken. In het beste geval is het schreeuwerig amusement, in het slechtste een psychopathisch noodgeval dat spoedopname nodig maakt
Op de televisie is dit het ergste, op de radio giert het ook geregeld uit de klauw en in de krant is iets minder angstaanjagend Oranje-Duits, maar ook puur chauvinisme. Er is niks tegen chauvinisme, maar zeg niet dat het onafhankelijk is, of zelfs geen poging doet dat te zijn – noem het derhalve geen journalistiek. Nou ja, indachtig Sandberg zou je het nog sportjournalistiek kunnen noemen.
Han Pape