Het viel niet mee om jong en voetballiefhebber te zijn in de jaren tachtig. Een rake vrije trap van Michel Platini, een 12-1 bij Spanje – Malta, een Michel Valke die tegen Oostenrijk de bal in eigen doel rost, een Georges Grün die een zekere plaatsing voor Mexico aan gort kopt. De voetbaltrauma’s regen zich aaneen in de magere jaren van Bennie Wijnstekers en Peter Boeve.
Toch schoot mijn liefde voor voetbal juist in die jaren definitief wortel. Nederland deed uiteraard niet mee, maar het WK van 1986 in Mexico heeft voor mij magische proporties gekregen. Ik herken het ook feilloos. Twee seconden van een willekeurige wedstrijd is genoeg om het te identificeren. Net iets te vage beelden met een zweem van mystiek. Er werd midden in de nacht gevoetbald. En voor het eerst mocht bij ons thuis ’s morgens de tv aan, voor het ontbijtprogramma.
Voetbalcommentator Rik de Saedeleer is voor eens en altijd verbonden aan dat toernooi. Nederland deed toch niet mee en dus was het wel lekker goedkoop voor de NOS om gebruik te maken van de diensten van de Vlaamse legende. Uiteindelijk werd het ook nog eens het finest hour van het Belgisch voetbal. Daar slaken ze nog altijd een diepe zucht van weemoed als de glorievolle expeditie in Mexico ter sprake komt.
In de zomer van 1986 werden we in Nederland voor het eerst sinds 1830 weer een beetje één met de Belgen. En veel meer nog dan de fluwelen voet van Enzo Scifo, de onverzettelijkheid van Jan Ceulemans en de clowneske strapatsen van Jean Marie Pfaff kwam dat door het meeslepende chauvinisme van Rik de Saedeleer. Zijn smadelijke lachje na de beslissende treffer van Grün in de beslissende kwalificatiewedstrijd was allang weer vergeten.
Het is te hopen dat de Belgische voetballers van nu De Saedeleer postuum eren door zich eindelijk weer eens te plaatsen voor een WK. En bij elke treffer van de Rode Duivels in Brazilië zullen we in ons hoofd onwillekeurig een overslaande stem “Goooooooooooooool de Belgica!” horen roepen.