De vier weken vakantie die ik onlangs afsloot bestond grofweg uit twee delen. De eerste bijna drie weken was ik Huckleberry Finn. Ik liep rond in een gerafelde short met dito hemd en toog met hengel naar een desolate plek aan het water om de vissen achter de vinnen te zitten. Ik at voornamelijk met mijn vingers en dan vooral op momenten dat het mij, althans ons, uitkwam.
Tijdens deel twee wijzigde het concept in Indiana Jones. Zoals ik hier eerder op deze plek verslag deed, reed ik met een Landrover en later een Jeep over schier onbegaanbare paden, waadde met deze vehikels door heuphoge waterpartijen en overbrugde over een afstand van twee kilometer een hoogteverschil van 600 meter. Of zoiets.
Overigens heb ik tijdens de vakantie ook gesport. Aan twintig minuten had ik genoeg om wild met ijzerwerk te smijten of enige kilometers door het groen te spurten. Een overbodige mededeling overigens, want de trouwe lezer weet dat ik tijdens de spaarzame vrije tijd doorgaans weinig anders doe dan atletiek, of de voorbereiding daartoe, bedrijven.
Inmiddels heb ik mijn plek in de tredmolen van ons kantoor weer ingenomen. Het valt reuze tegen. Het zal de leeftijd zijn, dat de plotselinge overgang van min of meer totale vrijheid in de buitenlucht naar juridische tekstschrijverij in een benauwde ruimte mij zo ongelooflijk zwaar valt.
Het klemt te meer, nu ik steeds vaker met weerzin bedenk, dat een ander vak mij vermoedelijk – en in ieder geval in deze tijdspanne – veel meer voldoening zou schenken. Waarom geen boswachter geworden, schapendrijver, kinderboerderijbeheerder of ornitholoog? Wie of wat heeft mij tot het inzicht gebracht dat het zitten voor een beeldscherm, het typen van teksten die bij niemand beklijven en het uitvoeren van onzinnige oekazes van het management, zou leiden tot een gevoel van groots en meeslepend leven?
Ook daarom sport ik. Het is een bijzondere vorm van troost. De gedachte dat je fit bent en tijdens kampioenschappen een potje kan breken, biedt perspectief. Dat warme gevoel geldt zo mogelijk nog meer bij het geven van trainingen. Dat er tamelijk veel lieden zijn die enthousiast worden van jouw aanwijzingen, voornamelijk bestaande uit het binnen een bepaalde tijd een zekere richting oplopen in een tevoren opgegeven tempo: het blijft een wonderlijk en bovenal hartverwarmend fenomeen.
De vraag rest, of het kweken van stress en zitvlees tijdens werkdagen zodanig teniet wordt gedaan door de sportieve activiteiten, dat ik gezond oud word. De waarheid zal mogelijk in het midden liggen. Hoewel, een factor van betekenis als het gaat om het moment te bepalen dat ik wijlen ben: dankzij de wederhelft eet ik berengezond, hoef ik geen boodschappen te doen en neemt zij geen enkel risico door te verhinderen dat ik kook.
Per saldo had ik het erger kunnen treffen. Dus misschien geen groots leven, maar toch wel een beetje meeslepend.
Erik Endlich