Wie sport alsof er weinig andere zaken in het leven zijn – zoals dat bij deze jongen het geval is – kan geen obstructie plegende partner gebruiken. In die zin prijs ik mijzelf gelukkig. De eega weet, dat ik zonder rennen in een depressie raak. Trouwens: een veeleisende baan helpt ook niet echt. Daarom scheelt het dat ik op kantoor werkzaamheden verricht, die gek genoeg klokslag vijf uur in de middag klaar zijn. En, zoals bekend, lukt trainen niet als er een avontuurlijke baan is die energie kost. Ook daarom heb ik het getroffen. Niet dat het kantoorleven steeds een kwestie van uitzitten is zonder uitdagingen en spannende werkdagen. Doorgaans wel, maar soms zit het tegen: dan miept de manager, is de stempelinkt op, heb je te dealen met chagrijnige collega’s, valt de verwarming uit of laat de ventilator het afweten. Dat heeft onherroepelijk invloed op je motivatie om je in het zweet te werken. Het lopen gaat stroef, de speer valt ongeveer voor je voeten neer in het gras, het passeren van de lat blijkt eerst op een laffe hoogte te lukken.
Maar dat is een uitzondering. Wel is het zo dat mijn betrekking als kantoorslaaf begon te knellen. Ach, nog een stuk of wat jaren en de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Een kwestie van op het tandvlees richting de eeuwige vrijheid dieselen. Kom op ouwe, nog ff doorbijten! Op die fiets.
Toen een testje gedaan. De loopbaancoach geraadpleegd. Wat bleek: onderwijs is wat voor mij. Wist ik wel. Ik bezit een onstuitbare drang om te vertellen hoe het in elkaar steekt, wat een ieder moet doen, wanneer het klaar moet zijn. Vandaar dat ik reeds tientallen jaren trainer ben. Niet dat de groep ongeregeld die ik tot hardlopen poog te manen, aan mijn lippen hangt en doet wat ik dienstig acht. In grote lijnen wel, maar heel vaak tref ik atleten aan in uithoeken van het veld en doende, of vooral niet doen wat ik tot driemaal toe trachtte te instrueren.
Daarom was mijn verbazing groot dat ik, na op aanraden van een kennis mijn cv te hebben achtergelaten, werd geattendeerd op een onderwijsbaan. Vervolgens een briefje geschreven en, tot grote verbijstering mijnerzijds, een uitnodiging voor een gesprek kreeg. Zelfs mocht ik een proeflesje geven. Vervolgens – waarbij ik nog dacht: wat een ongelooflijk uitgedachte grap – een arbeidsvoorwaardengesprek kreeg. Ongeveer hetzelfde verdienen met inktkoelie spelen. Toen mocht ik gaan wennen aan het idee dat ik les ging geven.
Een groot wonder. Op een leeftijd dat lieden doorgaans denken om vervroegd uit te treden en als heer denken aan een vrouwen-e-bike. Ik dus niet want ik word een lesboer. Corrigeren en straffen wordt mijn corebusiness. Inspireren ook. Nu hopen dat die kinders beter luisteren dan mijn atleten. Misschien zijn de studenten wat gemotiveerder. Anders gaat het nog een chaos worden.
Erik Endlich