Jean-Paul Boëtius, alleen de naam al. Een tropische verrassing in rood-witte geschenkverpakking. Natuurlijk was zijn debuut een jongensdroom. Als 18-jarige speler van Feyenoord A1 debuteren in De Kuip tijdens de klassieker tegen Ajax, en dan nog scoren ook. De terechte trots van Rotterdam-Zuid, maar laten we in hemelsnaam hopen dat deze jongen een verstandig thuisfront en een normale zaakwaarnemer heeft. Want zijn voorganger als scorende debutant tijdens Feyenoord-Ajax, Harvey Esajas, heeft na die unieke ervaring eigenlijk alleen maar verkeerde keuzes gemaakt. Hij volgde de jeugdopleiding bij Ajax en Anderlecht, maar kwam na zijn periode bij Feyenoord terecht bij clubs als Cambuur en Dordrecht. Later speelde hij in de Spaanse en Italiaanse tweede divisies, met een korte opleving als invaller bij AC Milan, waarvoor hij zes minuten speeltijd kreeg in een bekerduel tegen Palermo. Maar de meeste bekendheid scoorde hij toen hij tijdens een oefenwedstrijd met Feyenoord in Noord-Holland een tegenstander een gebroken kaak sloeg. Dat is geen jongensdroom. Dat is een variant op het clublied: “Tand om tand, kameraden!”
