Bij ons op kantoor is een vitaliteitsoffensief begonnen. Men wordt van de directie uit gestimuleerd om de trap te nemen, er worden diverse workshops aangeboden die tot fysieke en zelfs mentale gezondheid moeten leiden en ergens staat een fruitmand te schimmelen. De trap nemen is evident beter – zelfs wordt verwezen naar de uitstoot van een gemiddelde lift – en die fruitmand is, gelet op de vette snacks en zoetwaren die in de kantine gescoord worden, ook een begrijpelijk initiatief. Goed, de workshops. Laat mij er enkele, zij het met tegenzin, noemen: mentale weerbaarheid, grenzen stellen, omgaan met stress, begrijp je baas en relaxoefeningen voor op de werkvloer.
Wellicht ben ik te grofbesnaard voor dit soort dingen, maar ik zie vooral veel zeurzakken die zich opgeven voor dergelijke softe toestanden. Naderhand hoor je deze lieden ineens pedant “Nee, dat doe ik niet!” roepen, zitten ze in Zen-houding een mantra te hummen of omhelzen ze spontaan de baas. Laatst zag in iemand van de kopieerservice die leunend op één knie de voet van het andere been tegen zijn achterhoofd probeerde te duwen. Hij werd met krampverschijnselen en in een soort standbeeldhouding met een brancard afgevoerd.
Overigens constateer ik een omgekeerde evolutie van de mens. Ging het voorheen van Rechtop lopend Aapwezen via de Neanderthaler naar de Cro Magnum-mens tot aan het min-of-meer intellectuele mensentype toe, thans gaat het weer bergafwaarts richting de Humo Kantoorklerkus. Voorkomen: in kantoortuinen. Fysieke eigenaardigheden: kromme rug, uitzonderlijk veel zitvlees, het hoofd in een vooruitgestoken positie. De handen, eigenlijk meer klauwtjes, beroeren een zwart bord met toetsen. Mentale toestand: verkeren in een soort halfslaap, werktuigelijk taken verrichtend, des ’s-avonds starend naar een tv-scherm. Sommigen eten beschimmeld fruit.
Zelf zit ik nog net in de primitieve fase. Zo heb ik een zwakke blaas, zodat ik mij dikwijls richting toiletten spoed. Daarnaast heb ik door een speling van de evolutie een uitzonderlijk korte spanningsboog: na slechts drie kwartier kantoorwerk verslapt mijn aandacht en moet ik toegeven aan de neiging met elastiekjes te schieten, de plastic planten water te geven en spontaan te boeren.
Daarnaast ren ik vanwege incidenteel optredende ADHD-aanvallen manisch rondjes. Vandaar dat de directie vroeg of ik een workshop hardlopen wilde geven. Nu, dat wilde ik wel. Het werd een treurige bedoening. De collega’s verschenen in versleten kleding waarvan zij ten onrechte veronderstelden dat het sportkleren waren, de schoenen zouden in een disco niet misstaan en wat de motoriek betreft: zelfs de meest basale oefeningen mondden uit in wat mensen doen als de politie ze bewerkt met een stroomstootwapen. Het hardlopen ontaardde in een soort schuifelpas die, vanwege de kromme rug, het vooruitgestoken hoofd en de hangende armen meer weg had van een slingeraap, vluchtend voor een bosbrand.
Het is de vraag, of er nog wat aan te doen valt. Kan ik de beschaving nog redden?
Erik Endlich