Dat de sport niet vrij van smetten is, is bekend. Het grijpen naar de pillendoos, het injecteren van bedenkelijke middelen, bloed verkregen op grote hoogte bewaren in de koelkast en voor de wedstrijd toedienen, enfin: zelfs de moeder van alle sporten is niet gevrijwaard van deze bedenkelijke praktijken. Dan zijn er nog de hinderende middenafstandslopers alsmede de querulanten die tegen beter weten in weigeren een ongunstig juryoordeel (het was een valste start, u passeerde de afzetbalk, het werptuig viel buiten de sector) te accepteren. Waarom zou het binnen de atletiek anders gaan dan elders in de maatschappij? Een uitzondering vormen de twee uitersten in leeftijd: de pupilletjes en de masters – voorheen veteranen. Het dient daar geen redelijk doel om via illegale middelen juist voor een concurrent in de klassering te eindigen. Geen mens controleert hier en dus zou overmatige inname van stimulantia slechts worden uitgelegd als een prima vorm-van-de-dag. Om vervolgens voor twee concurrenten uit dezelfde leeftijdscategorie te eindigen zou evenwel getuigen van diepe triestheid.
Het wordt meen ik anders wanneer wij het hebben over onze politieke leiders. Zij bepalen immers voor een deel aan welke wetten en andere regelgeving u en ik gehouden zijn. Deze figuren hebben wij zelf gekozen, doorgaans gebaseerd op ideologische beginselen die hun partij uitdraagt. Vervolgens wordt een zeker hokje gekleurd en bejubelen wij de kandidaat van onze voorkeur. Het lijkt een wetmatigheid dat wij daarna ernstig worden teleurgesteld – om het eufemistisch te duiden. Wij, als klapvee, worden bedrogen en in zekere zin naar het slachthuis gevoerd.
Zo had Rutte aan allerlei zaken van belang geen actieve herinnering, beweerde De Jonge dat hij niets van doen had met de mondkapjesdeal van Sywert en thans is het Kaag, die in weerwil van haar vermeende kruistocht tegen grensoverschrijdend gedrag niets gedaan heeft met een serieuze klacht die daarmee verband hield.
Het is als een jurylid, die alle foutsprongen van atleten uit de eigen vereniging door de vingers ziet. Eigenlijk zijn genoemde politieke wandaden erger. Neem De Jonge: ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat bedoelde mondkapjesmiljonair, die dezelfde partij diende, dankzij De Jonge zijn bedenkelijke deal kon sluiten. Ook Kaag lijkt op z’n minst iemand die predikt wat zij vervolgens weigert in de praktijk te brengen, vermoedelijk omdat de stalkende man die zij uit de wind hield, haar in het zadel hielp.
De houdbaarheidsdatum van politieke beloften is na die verkiezingen reeds ruimschoots gepasseerd en de verkiezingsretoriek ruikt daarna evident naar bedorven waar. Rest de vraag wie in hemelsnaam te kiezen.
Voorlopig hoeft dat niet en kan ik onbevangen sport bedrijven. Overigens niet zonder een vitaliserend supplement en een ondersteunend drageetje, teneinde artrose en algehele stijfheid op afstand te houden. Daarbij komt natuurlijk dat ik nimmer heb verkondigd geheel schoon aan de competitie deel te nemen. Ik ben immers geen politicus. Dat is het verschil.
Erik Endlich