Joost Luiten en Sanne Wevers zijn twee heel verschillende topsporters, maar toevallig stonden ze afgelopen zaterdag naast elkaar met een paginagroot verhaal in De Volkskrant, en allebei vanwege hun comeback op het internationale podium. De golfer, die sinds zijn profdebuut in 2006 meer dan 13 miljoen euro aan prijzengeld bij elkaar heeft geput, had lange tijd te kampen met een mysterieuze aandoening die hem vooral parten speelde bij het chippen: de cruciale korte slag om na de afslag op de green te komen, waar de bal in het gaatje moet. Hij kwam uiteindelijk bij een neuroloog terecht die de diagnose stelde dat hij leed aan chip-yips, vergelijkbaar met de zwabbervoet bij het schaatsen.
Chip-yips. Het klinkt als de zoveelste gruwelijke variant in de gekmakende Why Nut-campagne met die Lama-lul (Ruben van der Meer, ga je heel diep schamen, en Duyvis, zoek een ander reclamebureau), maar het is een serieuze handicap, wat voor een golfer natuurlijk extra vervelend is. Al met al is de oplossing gevonden in een nieuwe slagtechniek, waarbij de linkerhand boven de rechterhand kwam te liggen, precies andersom aan de manier waarop hij het altijd gedaan had. Door de rechter hersenhelft uit de schakelen werd de linkerhand dominanter en beter te beheersen. Eind augustus vorig jaar maakte Luiten zijn rentree en telde hij meteen weer volop mee, met twee derde plaatsen en een top-tien notering in een sterk bezet Zuid-Afrikaans toernooi.
Sanne Wevers won tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro als eerste Nederlandse turnster een gouden medaille, en wel op het onderdeel van de evenwichtsbalk. Dat was vergelijkbaar met de fantastische prestatie die Epke Zonderland vier jaar eerder aan de rekstok in Londen had geleverd, maar voor haar was de afloop allemaal wat minder florissanter. Niet alleen moet ze in haar levensonderhoud zien te voorzien met een bijlage van NOS*NSF, maar ze kreeg ook te maken met de beschuldiging aan het adres van haar vader annex coach Vincent Wevers inzake mogelijk grensoverschrijdend gedrag. Nu zijn blazoen daarvan is gezuiverd, werken ze samen met tweelingzus Lieke aan de voorbereiding op de Spelen van 2024. Het is ze wat mij betreft alledrie van harte gegund, al geldt ook voor hen de aloude wet van Joop Zoetemelk: Parijs is nog ver.
Peter Bonder