Zelden maakte een beeld meer indruk op mij dan een foto van Daniël Willems uit 2015, gemaakt door de Belgische fotograaf Jelle Vermeersch voor het trendy wielerblad Bahamontes.
Daniël Willems en Fons De Wolf waren de kroonprinsen van het Belgische wielrennen eind jaren zeventig-begin jaren tachtig. Topamateurs, met wie ik in 1977 en 1978 de degens kruiste, en die een daverende entree maakten bij de profs. Vervolgens onmiddellijk werden voorbestemd de erfenis van de gestopte Eddy Merckx over te nemen. Zij reden een mooi palmares bij elkaar maar uiteindelijk bleek het een onmogelijke opgave voor beiden.
In 1980 werd ik als neo-prof bij de Belgische ploeg IJsboerke-Koga Miyata ploegmakker van Daniël. Ik werd door het Heerenveense Koga Trading van Andries Gaastra met de fietsen bij de ploeg ingebracht. De Vlaamse voormalig toprenner Walter Godefroot had zijn carrière beëindigd om als ploegleider de ijscokar te gaan duwen. Wij werden 17 januari voorgesteld aan de Scheldeboorden in Antwerpen, de plichtmatige gekunstelde persfoto’s hoorden bij het ritueel. Twee jonge, in het pak genaaide, mannen aan het begin van een wielerloopbaan: de knecht duwt de kopman.
In die tijd was het wielrennen een verzameling van mensen die soms in een rariteitenkabinet niet zouden hebben misstaan. Deskundige begeleiding door sportartsen, inspanningsfysiologen,
voedingsdeskundigen en trainers was niet aan de orde. Renners vertrouwden hun ziel en zaligheid toe aan de soigneurs. Een allegaartje van mensen die het vaak goed voor hadden met de renners maar ook kwakzalvers die renners medisch en mentaal afhankelijk maakten van middelen, mythes en methoden. Ter meerdere eer en glorie van zichzelf en de eigen portemonnee. Beschikken over
mensenkennis en een dosis gezond verstand brachten een renner veel verder dan talent, status en uitslagen. Walter Godefroot was een ploegleider die in tegenstelling tot de ‘oude generatie ploegleiders’ begreep dat het creëren van een veilige, gestructureerde, deskundige prestatieomgeving essentieel was. Hij had echter tijd nodig om dit te kunnen realiseren en werd geconfronteerd met de excessen uit het verleden. Wij waren een van de weinige ploegen die tijdens een grote ronde beschikten over een ploegarts. En mijn soigneur Jomme was een meesterlijke verteller, ik viel soms van de massagetafel af van het lachen. Maar hij leidde mij ook door het mijnenveld.
De flamboyante, goed ogende en vlot gebekte Fons de Wolf kon het niet waargemaakte verwachtingspatroon verwerken. De stille, introverte, schuchtere Daniël had daar veel meer moeite mee en raakte verzeild in het drijfzand. In 1982 vertrok hij uit onze ploeg, die ondertussen Capri Sonne gedoopt was. Hij verliet de toentertijd relatief veilige prestatieomgeving van Walter Godefroot en raakte steeds verder de pedalen kwijt. In 1985 haalde hij niet eens meer het niveau van een middelmatige Kermiscoureur en beëindigde in ontluisterende omstandigheden zijn loopbaan. Dit echter niet voordat hij eerder poogde terug te keren naar het veilige nest van Walter Godefroot. Daniël ging verzekeringen verkopen, op de koers kwam hij nooit meer.
De laatste jaren had Daniël moeite met het vinden van de juiste balans in zijn leven. Zijn ogen weerspiegelden verdriet, twijfel en hulpeloosheid. Het harde leven heeft diepe sporen in zijn gezicht gekerfd. Daniël werd 2 september dood in de badkamer aangetroffen, zijn gezondheid had hem definitief in de steek gelaten. Helaas is voor sommige sporters het leven een martelgang richting verlossende eindstreep.
Theo de Rooij
Mooi, respectvol geschreven.
Triest einde voor deze man.
Een fijn stuk, Theo, dat volstrekt begrijpelijk maakt waarom je zo door deze foto getroffen bent. Het een is een echte verrijking van het ander.
Deze foto doet mij pijn . Ik heb al de jeugdjaren van Daniel meegemaakt als concurent en heb er bijna altijd tegen verloren . Hopelijk vind hij nu de rust die hij tijdens zijn leven niet kon vinden .
Dag Ludo, dank voor je reactie. Het is een bijzonder tragisch verhaal. Ik denk dat wij samen ook nog gekoerst hebben; Oostenrijk 1975? Groet
Dat he’j mooi zeg
Wat een ongelooflijk mooie stuk, Theo
Beste Theo,
Dit kan alleen maar iemand schrijven die de omerta van de wielersport doorleeft heeft en dus kent. Wat een mooie weerspiegeling van de werkelijkheid, jij zat er midden tussen in, zowel als goed renner en gerespecteerde ploegleider. Ook jij werd “gevangen” door de belangen van grote bedrijven. Het getuigd van karakter hoe jij dankzij een aantal wijze lessen dit aan het papier toevertrouwd en je met TDR-bikes wederom het verschil voor fietsend Nederland maakt. Toppers worden nooit tobbers.
sportieve groet
Herold Dat