Voetballend Europa is tot rust gekomen. Langzaam ebt de herinnering weg van een toernooi dat zich liet kenmerken door commentaar op de scheids, aanstellerij van de spelers, valse pijntjes en een sidderende finale waar strafschoppen het verschil maakten. Gelukkig waren er de slow motions van de overtredingen, het natrappen op de voet van de tegenstander met de daarbij behorende val en wentelingen op de kort gemaaide grasmat als was het een auditie voor een solo uit het klassieke ballet ‘de stervende zwaan’ van Michel Fokine in 1905. Michel Fokine, nee geen voetbaltrainer maar een choreograaf die de geschiedenis in gaat door het schrijven van een danssolo voor de Russische Anna Pavlova. Wat zou hij geïnspireerd raken door de wijze van bewegen van de voetballende acteurs. Totdat langzaam het lijdzame sterven over gaat in een opwaartse beweging. Vroeger zei je tegen je kinderen bij een pijntje ‘Kusje er op…’ De aanstellerij had alles in zich waarbij je zou verwachten dat de trainer het veld op loopt en zou zeggen ‘Kusje er op’ Met op de achtergrond de muziek uit ‘Het carnaval der dieren’.
Nee, dan de jongens die nu bijna aan het eind zijn van drie weken Tour de France. Valpartijen in het peloton, schuivers in de bochten met als resultaat schaafwonden tot bloedens toe. De volgende dag toch weer op de fiets stappen voor 180 km of meer, bedekt en afgeplakt met pleisters.
Alles wat met voetbal te maken heeft, maakt nu plaats voor de ontsteltenis van het weer snel oplopende coronavirus. Wat te denken, het excuus van onze hopman Rutte die leiding geeft aan een ‘veredeld stelletjes verkenners’ (waar heb ik zoiets eerder gehoord)? Langzaam maar zeker komen ze aan het eind van het donkere bos. Meneer Janssen staat hen al op te wachten met snoepjes en de spuit. En zowaar, de oneliner ‘Dansen met Janssen’ is al snel gevonden. Wat een feest. De slingers in het clubgebouw in de Haag worden opgehangen, het kampvuur wordt aangestoken en de hopman Rutte, akela de Jonge en de tovenaarsleerling Janssen maken zich op voor een rondedansje op het grote ontmoetingsfeest dat tot diep in de nacht gaat duren. Totdat hopman Rutte ziet dat de deltavariant langzaam uit zijn broekzak tevoorschijn komt. Hoe pijnlijk is dat voor al die verkenners op het Binnenhof. Komt de Tweede Kamer terug voor vragen aan de hopman en de akela hoe dit toch mogelijk is, wat is er tijdens dat feest allemaal gebeurd? Bij ieder pijntje en wijntje een ‘Kusje erop’? Zou zo maar kunnen.
Gerard Kokhuis