Ik realiseer mijzelf dat ik het voorrecht heb gevormd te zijn geweest in een tijd zonder vluchtige massacommunicatie. Zoals een blinde, die ten opzichte van andere zichtlozen beseft dat hij in zijn herinnering beschikt over de rijkdom van het kleurenpallet der zienden.
Tot deze vaststelling kwam ik rond de jaarwisseling na het vinden van een doos oude brieven uit 1990, het laatste jaar van mijn loopbaan als profwielrenner bij de Panasonic ploeg van Peter Post. Brieven verstuurd vanuit onder meer de Amerikaanse Tour de Trump en de Giro d’Italia naar mijn toenmalige geliefde en huidige vrouw Marian.
Ik leerde haar kennen in de winter van 1989 en wilde alles met haar delen. Zij woonde echter in Amsterdam, ik in Valkenburg. Werkroosters, trainingskampen, rittenkoersen en klassiekers vormden een andere barrière. Uitgebreid delen van ervaringen was uitsluitend mogelijk door er een intensieve driehoeksverhouding op na te houden met de postbode. Als profwielrenner, van 1980 tot en met 1990, was communiceren met het thuisfront een tijdrovende aangelegenheid. Soms urenlang proberen een buitenlijn te scoren in het overbevolkte hotel, zoeken naar een telefooncel of brievenbus.
Ik maakte de balans op van de inhoud van de doos. Vanuit de etappekoers Tour de Trump van 4 tot en met 13 mei 1990 schreef ik Marian 10 brieven. De aansluitende Giro d’Italia van 18 mei t/m 6 juni was goed voor 19 brieven. En tenslotte koerspost uit de Tour de Suisse van 13-22 juni. Tussen Trump en Giro zagen we elkaar 1 dag, de overbrugging Giro-Suisse was goed voor 3 dagen. In een periode van 52 dagen 41 dagen koers, 7 reisdagen en 4 ‘kwaliteitsdagen’.
Met mijn lief deelde ik gevoelens, ervaringen in de koers, mijn blik op de vaak schitterende omgeving en mijn twijfels, fysiek-mentale kwetsbaarheid en optimisme als 33 jarige renner op leeftijd, mens en geliefde. Per brief soms wel 7 kantjes volgeschreven met goedlopende volzinnen, in een net, regelmatig handschrift, nog niet aangetast door muizen en toetsenborden. Spellingcontrole, delete en overnieuw beginnen waren geen opties, dus elke zin en elk blaadje moest perfect zijn. Nadenken over een verhaalslijn en goed formuleren waren essentieel. Meestal maakten een lokale ansichtkaart en het koersgrafiekje dat ik die dag in mijn koerstrui had meegenomen deel uit van de brief. Schitterende postzegels maakten het proza helemaal af.
Ik probeer tot op de dag van vandaag zorgvuldig en foutloos te schrijven, onderken en maak gebruik van de kracht van de huidige vaak vluchtige, onzorgvuldige massale, sociaal mediale communicatie. De kunst van het brieven schrijven is een vrijwel verdwenen uitwisseling van innerlijke schoonheid tussen twee mensen. Mijn regelmatige, leesbare handschrift is gesneuveld maar heeft prachtige, blijvende herinneringen opgeleverd aan mijn laatste jaar als wielrenner. En resulteert bijna 27 jaar later in een mooie column.
Theo de Rooij
Dank voor deze handwijzer richting het correct spellen en vloeiend schrijven Theo! Ook op de facebook groepspage ‘waf’ probeer ik als beheerder zoveel mogelijk om de taal correct en zorgvuldig te gebruiken.
Mooi stuk weer!
Prachtige Column Theo.