Bij het WK voetbal gelden de Belgen als serieuze outsiders, bij het WK hockey zijn ze dat ook. Tien jaar geleden stelde het bij onze zuiderburen nog niet veel voor, maar toen kwam daar Nederlandse ontwikkelingshulp in de persoon van Bert Wentink, die in 2005 als technisch directeur van de Belgische hockeybond een uiterst professionele structuur begon op te zetten. Sinds 2012 is het aan drie andere Nederlandse hockeyprofessionals om daarvan de vruchten te oogsten: bondscoach Marc Lammers, assistent Jeroen Delmee en keeperstrainer Frank Leistra.
Het resultaat is sensationeel: de spelers stuiteren over het veld, blijven gaan als de brandweer en scoren uit alle hoeken en gaten. Tot nu toe hebben ze beide wedstrijden gewonnen en vanmiddag wacht de serieuze test tegen Australië. Hoe het toernooi verder ook afloopt: de Belgen zijn een fantastische aanwinst voor het mondiale hockey, net als hun supporters overigens. “En we hebben het beste nog niet gezien”, aldus Wentink. “Wacht maar tot Rio 2016.” Niet overtuigd? Ga even naar youtube en tik “Gauthier Boccard” in. U ziet dan een Belgisch bekerdoelpunt dat letterlijk en figuurlijk een golden goal mag heten.
Wie van de Nederlandse hockeyers dit ook zou kunnen? Dan moeten we toch vooral eerst denken aan Robert Kemperman, de middenvelder van Kampong die wel eens de natuurlijke opvolger van Teun de Nooijer zou kunnen worden. Hij heeft er de techniek voor, wat ik in 2002 met eigen ogen al heb kunnen zien toen hij namens het Nijmeegse Union samen met Bonder jr. in Oost B speelde. Hij kon toen al dingen met de bal waarvan je als argeloze toeschouwer pijn in de nek kreeg, laat staan als geconcentreerde tegenstander op dit WK. Zijn actie van zondag tegen Argentinië, vlak voor die derde goal van Rogier Hofman, was een onvervalst Messi-tje. Hij had eigenlijk Lionel moeten heten. Lionel Kempi, hockeymagiër.