In de NRC las ik afgelopen weekend de neerslag van een gesprek dat Steven Verseput had met oud-voetballer Jan Mulder. Niet alleen heb ik een zwak voor de voetballer Jan Mulder, ook voor de schrijver en de levenskunstenaar trouwens. Na het lezen van het mooi opgetekende verhaal schoot me een herinnering te binnen over een middag bij De Uitkijk op een bult in Hellendoorn die ze daar trouwens een berg. Daar kom ik op terug. Ik zoek een haakje.
De nu 75-jarige Mulder, die naar eigen zeggen met zijn muze Johanna een teruggetrokken leven leidt in Nieuwolda, in een herenboerderij, dat dan weer wel. Hij spreekt in de NRC vrijmoedig over ouderdom, gebreken en lichamelijk verval. ‘Ik hoor mezelf nu praten als een oude man, maar zo voel ik mij níét. Dat is het probleem. Mijn lichaam takelt sneller af dan mijn jongensachtigheid. Ik voel mij 27 of 37, desnoods 47. Ik heb zin in dingen, geniet van dit leven. Maar het fysieke verval ondervind ik. Ouderdomskwalen. Plotselinge gebreken.’Het verhaal is mulderiaans doordesemd van weemoed en verlangen, kenmerkend voor de romanticus die in de geboren Winschoter huist, een man van de wereld, die altijd heeft geweten dat er in het leven meer is dan voetbal, dat voetbal eigenlijk om schoonheid gaat, om het toucheren van de bal en hoe dit het mooist kan, want effectiviteit is van belang, maar dan wel mooi verpakt. Het oog wil ook wat, ik zeg het maar even zo ik het begrijp, een schitterende zeg maar een keizerlijke schaar, een steekbal met de hak, een bodempje cognac met een sigaartje op de middenstip in afwachting van die briljante pass die ooit komt.
Behalve de voetballer huist in Mulder ook de kunstenaar. In beide disciplines spelen gevoel en genot een prominente rol, ouderwets vakmanschap gekoppeld hedendaagse techniek. Hij leerde het van Winschoten tot Amsterdam met Anderlecht als tussenstation. Mulder bekent in de NRC met zoveel woorden dat hij meer dan de allerbeste actie ten diepste streefde naar de allermooiste actie.
Kort voor een uitzending van De Wereld Draait Door kreeg Mulder vier jaar geleden een tia en daarvoor al een keer polymyalgia rheumatica, spierreuma. ‘Kon ik plotseling niet uit mijn auto stappen, niet omdraaien in bed’, laat hij in de NRC optekenen Ik kan naar eer en geweten zeggen dat ik daar een beetje over kan meepraten.
De romanticus in Mulder laat hem praten over een stopperspil, waarbij de huidige lichting voetballers geen idee zal hebben waar hij het over heeft, zoals ook de linksbinnen en de libero uit het voetbalidioom zijn verdwenen, maar de echte kunstenaar kent zijn klassieken.
En dan nu toch De Uitkijk. Jaren geleden zou Youri Mulder, de zoon, die ook voetbalde om den brode, voor onder meer Twente en Schalke) daar een lezing voor ondernemers geven, op uitnodiging van de Stichting Sportevenementen Hellendoorn-Nijverdal van Joop en Joke Klink-van Nijen. Dat had wielrenner Rob Harmeling, een vriend van Youri Mulder, nog geregeld, maar Harmeling liet kort voor tijd weten dat Youri verstek moest laten gaan, maar dat diens vader Jan wel kon, maar die wilde dan worden geïnterviewd. Van Nijen belde mij met de vraag of ik dat interview wilde doen.
Het werd een heerlijk gesprek, losjes, informatief en hilarisch. Het publiek was laaiend enthousiast over Mulder, die toen vooral bekend was omdat hij vaak aan tafel zat bij Barend & Van Dorp. De ondernemers in de zaal werden ondertussen opgepord geld te geven voor sportevenementen in Nijverdal-Hellendoorn. De meesten wilden doneren, maar de lokale directeur van de Rabobank was op zijn geld gaan zitten en kwam er niet af. Ik vroeg wat hem waard was als Mulder later op de avond de naam van bank bij Barend & Van Dorp zou noemen. Hij bood honderd euro, de zaal hoonde, dat ging zo door tot we het afmaakten op vijfduizend.
Die avond ben ik met Joop (links op de foto naast Jan Bakker) en Joke naar hun stulpje in Elen en Rhaan gegaan, waar we op de televisie zagen hoe Mulder woord te hield en de plaatselijke Rabobank vijfduizend euro ontfutselde. Hij zei iets iets in de sfeer van dat de rijksbegroting kan worden vergeleken met die van de Rabobank te Hellendoorn-Nijverdal. Die avond werd een nacht, werd een ochtend, maar dat is een ander verhaal.
Han Pape