De aanschaf van loopschoenen is geen sinecure. Het laatste paar bestelde ik via internet. De kans dat zoiets catastrofaal afloopt is levensgroot. Het begint al met de maat. Mij past in beginsel de niet-kinderachtige 46, maar dat zegt bij loopschoenen in het geheel niets. Bij het ene merk kan weliswaar die 46 kloppen, maar bij de overige merken dien je tenminste drie maten groter te bestellen, aangezien je anders een paartje kinderschoenen ontvangt. Nu dacht ik slim te zijn. Ik had ooit een paar loopschoenen van mijn favoriete merk dat ik inmiddels reeds jaren in de tuin gebruik, dus het was een kwestie van die maat aflezen. Vervolgens ontving ik een ik een doos met schoentjes die mij soort van paste. Eerlijk gezegd waren ze aan de kleine kant, maar zonder sokken en met tot op het vlees afgeknipte teennagels was het min of meer te doen. Weliswaar begonnen die stappers na enkele dagen rennen rond de grote tenen te scheuren, maar dat bood tenminste wat ruimte. Maar enigszins spijt had ik wel van deze kennelijk onbezonnen aankoop. Daarbij hadden ze de demping van hardhouten klompen.
Hoewel ik deze pijnlijke schoenen nog geen jaar had gedragen, maakte ik een afspraak bij een sportzaak waar je naar believen diverse renschoenen mag uitproberen. Enfin, mijn dochter – inmiddels hollend op tot de draad versleten pattas – en ik melden ons afgelopen donderdag op een afgesproken tijdstip bij die speciaalzaak.
Direct na binnenkomst ontfermden twee “schoenadviseurs” zich over ons, waarbij een dame zich met dochterlief bezighield en een meneer, type boekhouder, zich tot mij richtte. Althans: zij leken zich aanvankelijk nauwelijks bewust van onze aanwezigheid aangezien zij zich voor een computer opstelden en op schermen mysterieuze statistieken in diverse kleuren tevoorschijn toverden. Na enige minuten informeerden zij naar onze maten en welke schoenen wij in gedachten hadden. “Hardloopschoenen” zei ik nog tamelijk overbodig, maar het ging om het merk.
Enfin, nadat wij wat willekeurige schoenen in zuurstokkleuren hadden aangedaan, werd ons verzocht de pijpen op te rollen, zodat het leek of wij ons opmaakten voor het wadlopen. Vervolgens moesten wij over een baantje hollen, waarbij camera’s afzet, neerkomen, afrollen en weetikveel wat nog meer zouden registreren. Het zal door de camera’s zijn, maar ik begon overdreven veerkrachtig en met merkwaardige hoog ingezette knieën over het minibaantje heen en weer te rennen. De dochter hoefde zich overigens geenszins in te spannen, nu zij reeds in de praktijk loopt alsof zij zich op de maan bevindt: zij raakt nauwelijks de grond maar rende bloedjesnel heen en weer, waar ik gaandeweg zwoegde alsof ik door mul zand de Holterberg bedwong .
Zeven diverse merken verder, waarbij we af en toe met twee verschillende schoenen als pontschippers heen en weer gingen, werd de keus na een uur of zo bepaald. Ik was kapot. Toch maar vaker gaan trainen.
Erik Endlich