Op uw en mijn niveau is je best doen, talent hebben en veel trainen dikwijls niet genoeg. Iemand finisht eerder en gaat er met de winst vandoor. Soms is zelfs een hele meute jou te snel af. Er kan sprake zijn van diverse oorzaken. Wellicht schiet uw talent te kort. Mogelijk traint u niet goed: te hard of te weinig, alleen maar op duur en niet of onvoldoende de snelheid, uw trainer weet evenveel van uw discipline af als een Hottentot van kwantummechanica en uw spullen deugen niet: lompe stappers in plaats van spikes, een ijzeren slagersfiets terwijl het een ranke racefiets hoort te zijn. Het kan allemaal.
Stel nu dat alles wel klopt. Toch ontglipt u de winst tijdens de Plevierloop in Renkum. Bij de tijdrit van de Meppelse Deurtrappers blijft u steken in de middenmoot. Die jaarlijkse baanwedstrijd in Surhuisterveen is steeds een debacle geweest. Dan is er nog altijd de mogelijkheid, dat u de sukkel bent die slikt noch spuit. Braaf heeft u steeds de stimulantia van de hand gewezen. Dat is te prijzen. Maar dan niet klagen dat het bij de Omloop van Oosterwolde op een fiasco uitliep.
Want al kan ik het niet bewijzen, ik voel aan mijn water dat er in dit circuit fors gepakt wordt. Er wordt namelijk nog steeds niet gecontroleerd. De organisatie van pak ‘m beet de Van Toren tot Markpleinloop neemt bloed noch urine af. Afgezien van een schromelijk tekort aan toiletten is er ook geen levende ziel daar die een Erkende Piskijker of Ontdekker Van Onregelmatigheden in het Bloed-expert is. Ben je mal: in die contreien kijkt men nergens naar en van op. Dus lijkt het voor de hand liggen dat alle winnaars doping gebruiken. Wie clean is, hobbelt achteraan.
Heb ik dan nooit wat gepakt? Is het allemaal inzet en talent? Ik laat dit even in het midden.
Laat ik het zo zeggen: ik ben vier keer Nederlands Kampioen Hoogspringen geweest. Bij de veteranen in een ondervertegenwoordigde categorie, akkoord, maar dat is wat anders dan de min of meer obscure lopen of fietswedstrijden waar de massa op afkomt.
Enfin, ik zal maar uit de kast komen en zeggen hoe het zit: ik pak zelf niets. Ik krijg die stimulerende middelen namelijk van mijn eega. Zij is mijn dope-pusher. Ik doe des s’-avonds mijn mond open en zij stopt er een pil in. Bij het opstaan krijg ik poeders toegediend.
Ik liep als een tierelier, sprong gelijk een kangoeroe, wierp de speer richting zwerk. De idee, dat genoemde middelen mij bijkans onoverwinnelijk maken, gaven mij vleugels
.
Terwijl zij dit leest zegt mijn wederhelft: maar die pil is vitamine D. De poeders zijn tegen hooikoorts.
Het placebo-effect kan evenveel titels opleveren als wanneer er doping wordt gepakt. Mijn partner noemt mij liefkozend haar placeboboy. Maar mijn kampioensdagen zijn geteld.
Erik Endlich