Misschien is Mirjam Pol uit Borne door het voor de tweede keer winnen van de Dakar Rally een van de meest ondergewaardeerde sportvrouwen van Nederland. Als een wielrenvrouw of een schaatsvrouw of een atletiekvrouw voor de tweede keer in haar tak van sport wereldkampioen wordt met iets dat geen andere Nederlandse vrouw ooit presteerde, dan zou het land in vuur en vlam staan, maar als Mirjam Pol het presteert, lijkt niemand in euforie of extase.
Een vrouw op een motor en dan ook nog in een woestenij van zand, zweet en ongemak. Het spreekt niet aan om te proberen in een woestijn sneller dan alle andere deelnemers te zijn. En dat in de meest prestigieuze rally ter wereld, die de naam Dakar in de banieren voert.
Mirjam Pol was nog maar 22 toen ze voor het eerst deelnam aan de fameuze Dakar Rally. Dat was in 2006. Ze was al die jaren daarvoor, van kindsbeen af, gek op motoren en wilde zich laten zien, aan collegae, aan de hele wereld, aan zichzelf ook, natuurlijk. En ze had letterlijk en figuurlijk al een bult zand geproefd.
Die rally van 2006 bleek inrijden, want in 2018, dus vijftien jaar geleden, kwam ze aan de start voor de harde en zware beproeving die de vrouweneditie Dakar Rally symboliseert.
En ze finishte, daar ging het om. De nieuwe uitdaging was prijsrijden. Winnen. Daar ging het om en daar deed ze het voor. Ze moest er in 2018 voor naar Peru. Ook dat speelde die dekselse motorvrouw van tankstation Borne klaar, in wat zwaarste editie ooit zou worden, met alles wat erbij komt kijken. Waanbeelden zien, angst, zweet en bloed uit alle poriën. Gebroken botten, ontstoken puisten. Gutsende wonden.
Het zou een leerschool zijn, want in 2019 kwam de beloning. De mentale triomf. En nu heeft ze het wéér gepresteerd, in haar negende tocht door de woestijn. Het werd de tweede Dakar-zege in de moeilijkste omstandigheden, dit keer in Saoedie-Arabië.
Scipio