Aanvankelijk was het de bedoeling dat onze atleten voor het betreden van de atletiekbaan hun QR-code zouden laten zien. Bij onze vereniging was de gedachte, dat dit tot het takenpakket van de trainer behoorde. Bij die gedachte rezen mijn haren reeds te berge en werd het mij zwaar te moede, ook voelde ik inmiddels het lood naar de schoenen zakken. Mijn lopers zijn namelijk geen lieden van de klok. Een ongeorganiseerde bende is meer de associatie die bij mij, dan wel bij een willekeurige buitenstaander, te binnen schiet wanneer je het clubje ongeregeld dat zich onder mijn hoede bevindt, aanschouwt. Zo ligt de entree van mijn hardlopers tussen ruim een kwartier voor aanvang tot twintig minuten daarna. Men komt wanneer het hem of haar belieft, soms met het excuus “dat het tegen zat” tot in het geheel geen reden van verhindering noemen.
Dat is natuurlijk mijn eigen schuld. Bovenal, denk ik, ligt het niet in mijn karakterstructuur besloten om de lieden van mijn groepje eens flink de waarheid te zeggen, roepen waarop het staat, het vuur aan hun schenen te leggen. Daar ben ik te soft voor. Dat weet ik ook van mijn eega, die wat strabanter in het leven staat en de Nachwuchs voor ontsporing en ander onheil heeft behoed. Ik was meer de blijde Hein waarmee zoon en dochter konden lachen, trachtte met warme gesprekken hun verkeerde keuzes bespreekbaar te maken en onderging geduldig hun puberale streken. Daar krijg je verwende blagen van, ik weet het, dus goed dat de eega – hoewel een liefhebbende moeder – de grenzen wist te bewaken. Trouwens, zo is het ook met onze hondjes: als ik ze uitlaat rennen ze blijmoedig alle kanten uit, de leukste aller vrouwen weet ze met één blik bij elkaar te houden. Ik bedoel maar.
Maar goed: het parlement heeft een stokje voor die QR-controle bij sporters gestoken. Ben er blij van. Wel is het zo, maar dat is al enige tijd het geval, dat het betreden van de kantine niet zonder die code kan. Dat kan ik billeken: weliswaar vind je in is onze enorme tartanbaan de atleten nauwelijks terug, in ons enigszins benauwde clubgebouw is het andere koek en sta je bij het consumeren van koffie en thee – wij zijn de enige alcoholvrije kantine in West-Europa – als haringen in een ton.
Daar is nu een, zij het voorlopige, oplossing voor. We willen het buiten op een drinken en happen zetten. Zweedse fakkels en vuurkorven gaan, zoals de namen reeds aangeven, in de fik, de baanverlichting uit: het wordt een feestje! Nu nog proberen om die als kikkers in een kruiwagen gedragende atleten tot aansluiten te bewegen. Warme jas en muts mee is het devies.
Aldus hebben de helaas noodzakelijke maatregelen toch nog voordelen, zij het dat wij vanzelfsprekend afstand houden. Geen klinkende glazen dus: enfin, het kon erger…
Erik Endlich