Eerlijk gezegd had ik een bloedhekel aan Megan Rapinoe, de aanvoerster van het Amerikaanse damesvoetbalteam, hoezeer ik haar strijd voor emancipatie van de homoseksualiteit ook bewonder. Dat ingestudeerde juichgebaartje, het kinderachtige gedoe tijdens de toss en dan ook nog scoren in de WK-finale tegen Nederland. Nee, ik had niets met dat mens. Maar toch werd mijn oordeel al een stuk milder toen ze tegenover de pers verklaarde dat ze met de World Cup niet naar Donald Trump zou gaan (‘I’m not going to the fucking White House’). En na afgelopen zaterdag kan ze eigenlijk helemaal niet meer stuk sinds ik een interview met haar in De Volkskrant las. Daarin veegt ze de vloer aan met Amerika in het algemeen en Donald Trump in het bijzonder.
Met een fijne verwijzing naar het Amerikaanse volkslied: ‘We zijn niet het land van de vrijen, het huis van de dapperen, we zijn een van de wreedste samenlevingen ooit.’ Over haar inspiratie door Colin Kaepernick, de American Football-speler die in 2016 tijdens het volkslied door de knieën ging, wat hem op een lawine aan haat en hoon vanuit ‘The Awful Office’ (Zondag met Lubach) kwam te staan: ‘Nu, vier jaar later, knielen sporters overal ter wereld. Er is veel veranderd in harten en gedachten.’ Gelukkig bleek dat ook uit het resultaat van 3 november en dat is misschien wel de grootste winst van deze verkiezingen: dat Donald Trump ook weet wat verliezen is. Of, om het in zijn eigen lompe proletenjargon te zeggen: ‘You’re fired!’
Peter Bonder