Met uitzondering misschien van de raceauto is er denk ik geen sportartikel te bedenken waarin zóveel research zit als in de hardloopschoen. Dat komt natuurlijk door de commercie. Ontelbare lieden op deze aardkloot rennen voor de lol. In oude tijden holde men uit lijfsbehoud of om een boodschap van levensbelang over te brengen. Dat deed men dan blootsvoets of, als je van goeden huize was en bovendien verwend, met van die aanstellerige sandalen. Maar sedert wij geëvolueerd zijn tot wezens met grote hoofden en een zwak onderstel, dienen de onderdanen verpakt te worden in de doorgaans oog pijnigende omhulsels die hardloopschoenen heten. Anders doet rennen zeer.
Mijn dochter, haar vriend en deze jongen vervoegden ons afgelopen zaterdag bij een runningcentre, zoals een winkel met hardloopspullen tegenwoordig wordt genoemd. Het is daar niet de bedoeling dat je voor een rek gaat staan en zegt: ‘Ach: doe mij die maar.’ Neen: je moet er, als bij een specialist in het ziekenhuis, een afspraak voor maken. Daarbij ben je verplicht om je oude schoenen mee te nemen, anders stuurt het personeel je onverbiddelijk naar huis.
Dat sleetse paar werd om te beginnen aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. Alsof het een soort waarzegger betrof gaf de employee van die sportieve schoenenboer dan een met wetenschappelijke prietpraat doorspekt exposé over hoe je afwikkelt, wat er in die milleseconde met je tenen gebeurt, bij welke hoek je enkel zich zo ongeveer dubbelvouwt en onder welke schier onvoorstelbare krachten je knie dreigt te bezwijken. Vervolgens kwamen de drie personen, die zich inmiddels als een soort medisch team om ons verzameld hadden, met plafondhoge stapels dozen aan, waarin zich van onwaarschijnlijk veel merken en ook nog eens diverse typen hardloopschoeisel bevonden. Daarna moesten wij op voorspraak van de winkelmedewerkers met die schoenen aan – terwijl je je broek tot juist onder de blaas diende op te stropen – over een smal baantje lopen, met de opdracht: rent u maar gewoon zoals u altijd doet. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik ga dan onwillekeurig altijd wat stijfjes en als een robot bewegen. Enfin, ondertussen word je stiekem gefilmd en beginnen die lui in slowmo je bewegingspatroon te analyseren, alsof het gaat om de beeldopnamen van een zeldzaam dier.
De spanning bij ons was te snijden, want het zou zo maar kunnen dat gezegd werd: ‘Jammer, maar dit ziet er niet uit. Is dammen niet iets voor u?’
Daarna werden we weer die baan opgestuurd met –tig verschillende soorten schoenen, werden we andermaal in de computer geanalyseerd en kregen we ten slotte merken en types toegewezen die dan bij ons bijzondere fysiek zouden passen.
Toen ik afrekenende was ik een vermogen kwijt aan schoenen waarvan ik nog nooit gehoord had. Een obscuur Zwitsers merk. Maar ik heb ook héél bijzondere voeten en zo.
Erik Endlich