Het door de handbalvrouwen recent veroverde WK goud leverde plaatjes op die op het netvlies van de sportliefhebber gebrand staan. Beelden van euforisch rennende, schreeuwende en elkaar in de armen vallende speelsters, voor even geframed in een orgastische stuip. Zoals de volleyballers in 1996 na het veroveren van Olympisch goud. Op de valreep werden de vrouwen genomineerd als Sportploeg van het jaar. Appeltje-eitje afgelopen woensdag.
Slechts eenmaal werd een complete wielerploeg gekozen als Sportploeg van het jaar: de TI-Raleigh ploeg in 1980. Het jaar waarin Joop Zoetemelk de Tour de France won. Begin van deze eeuw werd de Rabobank-ploeg ooit genomineerd als Sportploeg maar daarmee houdt mijn directe betrokkenheid met het Sportgala wel zo’n beetje op. Het aantal kansen voor wegwielrenners om zichzelf collectief in een fotolijstje te feesten zijn nu eenmaal zeer gering. Slechts twee keer stond ik met een team op een groot podium: met de Panasonic ploeg als winnaar van de ploegentijdrit in de Tour van 1988 en als Raboploegleider en winnaar van de Wereldbeker voor ploegen in 2001. Dit jaar stond de Jumbo-Visma ploeg op de shortlist van het Sportgala maar werd niet genomineerd.
Een wielerteam is nooit in de volledige samenstelling actief en door camera’s te vangen. Sterker nog, sommige renners fietsen alleen met elkaar tijdens het gezamenlijke trainingskamp in december. Vanaf januari zwermen zij uit naar uithoeken als Australië, Argentinië en Maleisië. Elke belangrijke, zware koersdag opnieuw zal een groot deel van de renners die de kopmannen ondersteunen moeten lossen en zien het speelveld langzaam uit zicht verdwijnen. Ultieme opoffering en teamgeest. Eens aan de finish gearriveerd worden de tribunes afgebroken en zijn de meeste toeschouwers naar huis vertrokken. De euforie van de overwinning wordt tijdens de maaltijd gedeeld in een zaaltje van het hotel.
Of niet. Zoals na de overwinning van Raborenner Rolf Sørensen in de Ronde van Vlaanderen 1997. Daags na de Ronde startte de Ronde van het Baskenland, speciaal voor hem opgenomen in het wedstrijdprogramma. Drie uur na de overwinning in Ninove zou om 19h30 in Brussel zijn vlucht naar Bilbao vertrekken. Een lawine van plichtplegingen walste na de finish over hem heen: interviews, huldiging, persconferentie, dopingcontrole. Vervolgens douchen en verzorgen. Als ploegleider ren je zomaar niet het veld op, tussen de plichtplegingen door feliciteerde ik hem en maande tot spoed. Het vliegtuig wachtte immers niet. Rolf had echter geen zin meer om af te reizen naar Baskenland en dat zou een groot conflict opleveren met de organisator. Om 19h15 zat hij op de valreep, mokkend in het vliegtuig.
Tour de France tweeduizend-en-nog-wat. Een Nederlandse renner rijdt in de gele trui over de finish van de Champs Elysées. Omringd door de zeven renners die hem drie weken lang hebben bijgestaan. Over de finish wordt het team gevangen in een gelukzalige omhelzing. Sportploeg? Kinderspelletje.
Theo de Rooij