Een van mijn mooiste voetbalherinneringen dateert van 5 maart 1969. Op die dag werd in Parijs de beslissingswedstrijd voor de halve finale van de Europa Cup gespeeld tussen Ajax en Benfica. Ruim 35.000 fans uit Nederland waren erbij en zij zagen hun favorieten in de verlenging met 3-0 winnen, onder dankzij twee goals van Inge Danielsson van wie daarna nooit meer iets vernomen is. Ik was toen vijftien jaar, maar zal het nooit vergeten, net als al die andere hoogtepunten uit de oude doos. Het doelpunt van Wim Jansen voor Feyenoord tegen Cudicini, ‘De Spin’, de keeper van AC Milan. De klopjacht in De Kuip, onder leiding van Piet Kruiver op de verdediger van Real Madrid, na een grove charge op Coen Moulijn, met het commentaar van de brave Bob Spaak: ‘Jongens, wat afschuwelijk, dit kán toch niet!’ Twente-Gladbach, PSV-St. Etienne. Het zijn allemaal zwart-wit herinneringen aan een kleurrijke historie. Elke veertien dagen was er een wedstrijd voor de Europa Cup, die toen nog gewoon Europa Cup heette, daar keek je weken naar uit, en de wedstrijden in de Eredivisie begonnen op zondagmidag om half drie. Om vijf uur nam Frits van Turenhout met de uitslagen van de Toto het stokje over van Mr. G.B.J. Hilterman met diens Toestand van de Wereld.
Waren dat nog eens tijden? Ja, dat waren nog eens tijden. En ben ik nou een ouwe lul die zeurt en zanikt dat vroeger alles beter was? Nee, ik ben een ouwe lul die zeurt en zanikt dat het allemaal wel wat minder kan. Elke avond voetbal, dat is het ideaal van JP Morgan, een Amerikaanse bank waar ze, om met Johan Derksen te spreken, niet weten of er lucht of zand in de bal zit. Deze verzameling van algoritmegestuurde marketinghooligans, voor wie wedstrijden ‘incentives’ zijn en toeschouwers ‘targets’, kwam met het idee van de Super League, een streng bewaakt elitereservaat van zestien clubs uit Engeland, Italië en Spanje, waaronder Barcelona en Real Madrid, die allebei technisch allang failliet zijn met een schuld van vele tientallen miljarden. Het initiatief is intussen een vroege dood gestorven, vooral door protesten van de Engelse fans, maar zij hebben allemaal boter op hun hoofd. De rancuneuze oliepooiers uit Qatar, Dubai, Saoedi-Arabië en Rusland zullen hun dubieus verworven duiten en dukaten gewoon wat harder laten rollen en de Champions League wordt nog veel poeniger dan Louis van Gaal al vond toen hij het toernooi ‘een commercieel gedrocht’ noemde. Maakt u zich dus vooral geen illusies. Het voetbal gáát niet kapot. Het voetbal ís al kapot.
Peter Bonder