Het is de sympathie voor de club, maar vooral voor de trainers, want wie Willem II zegt, kan niet anders dan Adrie Koster zeggen en Koster is als trainer een ‘kind’ van de legendarische Piet de Visser, onder wiens hoede hij als assistent het vak leerde en impliciet de schoonheid van het voetbal leerde prediken. De Visser en Koster zijn letterlijk oefenmeesters, vooral in het oefenen van de aanval. Niet blindelings, maar vanuit de organisatie. Naar het evangelie van Jaap van der Leck en František Fadrhonc, die de tricolores (ook het shirt is mooi) ooit onder hun hoede hadden. En niet te vergeten Jimmy Calderwood en Co Adriaanse.
Al deze trainers hebben ‘attractief’ voetbal als uitgangspunt. Piet de Visser is de grondlegger van het huidige Willem II en Adrie Koster is de leerling die deze ‘fundamentalistische’ vrijdenker. Het is niet ongemerkt gebleven, want hij kreeg in 2005 de naar Rinus Michels genoemde oeuvreprijs. Willem Vissers verslaggever bij de Volkskrant, schreef een paar jaar geleden de boeken ‘Piet de Visser, voetbal als medicijn’ en daarna ‘Meesterscout, de mooiste ontdekking van Piet de Visser’. Er rijst een beeld op van een eigenzinnige man die volledig maf van voetbal is en dat ook, waar dan ook, graag laat merken.
Koster komt uit de school van De Visser, trainde eerder ploegen uit de zuidelijke Nederlanden, waaronder VVV, RJC, RKC en PSV, maar van belang was de ervaring die hij opdeed en de vergelijkbare filosofie van Ajax, waar hij niet lang diende, maar wel veel leerde, een soort Frenkie de Jong, maar dan als trainer. Dat komt allemaal bij elkaar. De leerschool van Piet de Visser, het jovial-familiare karakter van Willem II en het voetbalgeloof van Ajax maakten uiteindelijk van de Tilburgse club een wervelende aanvalsmachine en van de frêle Adrie Koster als trainer een weldaad voor de Nederlandse competitie.
Scipio