Nog een zege en dan staat Alexander Zverev ‘eindelijk’ in zijn eerste grandslamfinale. De als vijfde geplaatste Duitser heeft zich bij de US Open naar de finale geslagen door in vijf sets te winnen van zijn Spaanse tegenstander Pablo Correño-Busta. Hij hield de spanning er in het Arthur Arthur Ashe Stadium van het Billie Jean King National Tennis Center lang in om uiteindelijk een 0-2 achterstand om te buigen in een 3-2 zege.
De 23-jarige Zverev staat al jaren in de Top Tien van de wereldlijst, won reeds elf titels, waaronder de ATP Finals in 2018. Alleen op de grandslamtoernooien blonk hij nooit uit. Dit jaar bereikte hij bij de Australian Open voor het eerst de laatste vier, maar dat was Down Under meteen het eindstation.
Nu hij zich in een knotsgekke wedstrijd de halve finale van de US Open won is ook het hoogste ook zeer wel mogelijk voor de Duitse crack, namelijk zijn eerste gramslamtitel. Nog één wedstrijd te gaan, de finale dus, die hij nu ook zomaar kan winnen. Dat zou mooi zijn voor hem.
Die kans diende zich al aan toen de echte wereldtoppers zich om uiteenlopende redenen afmeldden. Novak Djokovic, Rafael Nadal en Roger Federer zijn er niet bij. Zo’n mogelijkheid dient zich zelden aan, maar nu dus wel. Hij was niet voor niets als vijfde geplaatst, want dat hij een aardig potje kan tennissen, dat was bekend. Zo won hij hij al wel diverse toernooien en maakt hij al geruime tijd deel uit van beste tien tennissers ter wereld. Voor het eerst hield hij, ook na een zwak begin, de kop er bij en besliste de partij met drie klaroenstoten: 3-6, 2-6, 6-3, 6-4, 6-3.
Straks eens kijken wie de tegenstander wordt in de finale, een finale die hij natuurlijk nog lang niet gewonnen heeft. Daar weet onze grootste Nederlandse tennisser tot heden, Tom Okker, alles van, want die bereikte ook de finale van de US Open, in 1988, maar verloor die vervolgens van Arthur Ashe, naamgever van het stadion, met 14-12, 5-7, 6-3, 3-6, 6-3.
Scipio