De wederhelft bracht een bekend hardlooptijdschrift voor mij mee. Hoewel voetballers menen dat zij een volkssport bedrijven, is dat natuurlijk niet waar: dat is hardlopen. Hoewel er meen ik zelfs een periodiek is voor curling en onderwaterhockey, bestaat bedoeld maandblad voor runners al een jaar of dertig. Dat is op zichzelf wonderbaarlijk, nu wij het immers niet hebben over een discipline waarbij alle aspecten van sportbeoefening aan bod komen, zoals tactiek, strategie en beheersing van bal of shuttle. Neen, het gaat slechts over het ene been voor het andere zetten.
Nu kan ik wel inkomen met het gegeven dat bedoelde beweging, indien maar vaak genoeg herhaald, leidt tot blessures. Ook is begrijpelijk dat er diverse trainingsvormen zijn, onder meer afhankelijk van de gewenste wedstrijdafstand en de bereidheid om je het apenzuur te lopen.
Het betreft evenwel een maandblad dat, zoals opgemerkt: reeds decennia op de markt is. Vandaar dat het concept “hardlopen” tot de laatste druppel wordt uitgewrongen. De eerste prettige omstandigheid bij het samenstellen van dit magazine is dat er geen week voorbij gaat of er komt wel een fabrikant met een nieuwe hardloopschoen op de markt. De kleur is namelijk modegevoelig en bovendien worden deze stappers, die voorheen een soort synthetische klompen waren, steeds lichter en worden er weer nieuw dempende materialen in verwerkt. Nu, dat levert dus alweer kopij op. Verder is er geen hardlopende eenling die niet graag met zijn porem in dat blad staat. Is er een talentje, iemand die voor de bestrijding van wintertenen of het gemak van steunzolen pleit, een hypochonder met depressieve klachten dan wel andere halve zolen die geweldig veel baat hebben bij dat lopen? Doe uw verhaal alstublieft – nou graag hoor!
Voorts is er dus de vloek van de blessure, aangezien er kwantitatief gezien nergens zoveel verkreukelde types strompelend over weg en pad gaan dan bij het rennen. Derhalve staat het halve maandblad vol zogenaamde deskundigen die het malheur van knellende zenuwen, opspelende darmen, tot poeder ontkalkte botten en wonderbaarlijk verdwenen menisci van wetenschappelijk commentaar voorzien, waardoor de ongelukkige atleten weer een maand of wat door kunnen. Totdat ze volkomen uit elkaar vallen natuurlijk. Deze stumpers komen natuurlijk niet meer aan het woord, dat is je reinste antireclame.
Verder trof ik een artikel over twee hardlopende meiden die het zo goed met elkaar getroffen hebben, een indrukwekkend stuk over hardlopers met een handicap – die dan weer niet zeuren – en hoe je sneller wordt dan wel je inspanning langer kan volhouden. Dat sneller en langer staat in elke aflevering van dat hardloopblad, blijkbaar kunnen de lezertjes daarvan maar geen genoeg krijgen. Het is een soort mantra – Sneller! Langer! – dat de zwaar hijgende en kwijlende loper hologig bij elke stap herhaalt.
Maar ik ben weer op de hoogte. Volgend jaar weer een nieuw exemplaar scoren.
Erik Endlich