In de voorbereiding op weg naar een nieuw seizoen zijn de meeste velden nogal droog en stroef. Tenminste, als het een beetje zomer is zoals een zomer hoort te zijn. In deze periode gebeuren ook de meeste voetbalongelukjes.
Toen ik nog speelde, maakte ik regelmatig een nare buiteling, omdat de bal bleef steken onder mijn voet. Je bent dan in voorwaartse richting, drijft de bal ontspannen mee en zoekt naar een medespeler. Maar omdat het speeltuig op zo een droog veld niet echt wil meewerken, blijft hij plakken aan de voet, terwijl je lichaam doorgaat. Kolderieke momenten zijn het als het een ander overkomt (het liefst een ploeggenoot), maar minder is het als je zelf aan de beurt bent.
Volgens mij heb ik mijn ongelukkigste plakval wel eens eerder beschreven Deze maakte ik toen ik bij Roda JC speelde in de voorbereiding tegen RKC Waalwijk. Dertig seconden duurde de wedstrijd voor mij. Het was een gele bal van het merk Odessa een bal die altijd net iets groter leek dan een normaal vijfje. Vanaf de aftrap ging de bal in mijn richting. Lekker rustig in de wedstrijd groeien, dacht ik, dus leek een breedtepass mij een goed idee. Maar van links en rechts kwamen er RKC’ers op mij af. De enige oplossing was een korte versnelling met de Odessa tussen de tegenstanders door. Het kurkdroge veld, de grote bal en mijn trage handelingssnelheid werden mij fataal. Ik ben, als ik mijn ploegmakkers moet geloven, minimaal drie seconden los geweest van de grond over de kop geslagen en daarna op mijn rug geland. Ze hebben mij met tranen in de ogen van het lachen opgeraapt van de ‘betonnen’ grasmat en ik heb twee weken niet kunnen voetballen door een lelijke rugblessure.
Omdat Paul Bosvelt, de vaste stand-in bij GA Eagles als wij een mannetje tekort komen op de training, niet echt fit is, mag ik nu regelmatig opdraven. Prachtig, want niets is mooier dan meedoen met die gasten. Positiespelletjes en partijen op een niet zo’n een groot veld, ik kan het nog redelijk bijbenen. Wordt het veld wat groter dus de afstanden ook, dan probeer ik zo weinig mogelijk aan de bal te komen en niet meer dan mijn verdedigende taak te doen.
Afgelopen donderdag speelden wij elf tegen elf op een heel veld. De basis tegen de rest (ik was bij de rest), opdracht voor de basiself was vroeg druk zetten op de verdediging. Ik stond links centraal en voelde me niet helemaal op mijn gemak, omdat ik steeds met mijn verkeerde linkerbeen uitkwam. Toen keeper Jasper Heusinkveld mij aanspeelde, zag ik de grote ,donkere, nieuwe, beresterke aanwinst Tcho Tcho van rechts aankomen. Ik wilde Glenn Kobussen, mijn compagnon rechts centraal, snel aanspelen maar de bal maakte een vervelend stuitje. Ik raakte ‘m volledig verkeerd en de leren knikker ging hoog de lucht in, richting het eigen doel. Met een wanhoopspoging wilde ik mijn fout herstellen door de bal in tweede instantie nog weg te knallen…
Weggevaagd, werd ik. Compleet ondersteboven gekegeld door Tcho Tcho. Het leek of ik werd gegrepen door een TGV, mijn zwakke heup kreeg een geweldige oplawaaier. Krimpend van de pijn lag ik op de grond. Of Tcho Tcho gescoord heeft? Ik weet het niet. Ik hoorde alleen het schaterlachen. Ik was weer het lijdend voorwerp, net als toen in Waalwijk.
Voetbalongelukjes. Leuk om te zien, maar als het jezelf overkomt…