De sede stradale SS6 tussen Caserta en Cassino lag op 12 maart 1998 bij het plaatsje Calvi Vecchia pikzwart te glimmen onder een grauwe hemel. De hoge rug van het glad geteerde wegdek vervormd door de passage van talloze haveloze voertuigen en gebrekkig wegonderhoud. De mix van olieresten, stof en de eerste motregen na een droge periode vormde een garantie voor problemen voor de 200 renners actief in de tweede etappe van de Tirreno-Adriatico.
De eerste 35 renners passeerden zonder incidenten. Momenten later bevonden vele renners, opgesloten in het nerveuze, dicht opeengepakte, onoverzichtelijke peloton, zich op de schuine ezelsrug van de spekgladde weg. Talloze smalle bandjes verloren de grip, uitmondend in een valpartij van tientallen renners. De koers kwam in een nooit eerder geziene chaos tot stilstand.
Vele gewonden werden afgevoerd. Het door de ploegleiders geassisteerde totaal gefragmenteerde peloton zocht wanhopig naar herstel van wat eerder een wielerkoers was. Enkele tientallen kilometers verder keek een gehergroepeerd peloton tegen een onoverbrugbare achterstand aan op een kopgroep van 35 renners. In de morrende groep gingen stemmen op om de koers te neutraliseren en de volgende dag onder normale omstandigheden voort te zetten.
Ik was ondertussen de puinhoop gepasseerd en bevond mij als ploegleider achter onze kopman Rolf Sørensen, die als enige van de acht Rabo-renners aan de chaos ontsnapt was. Vanzelfsprekend wisten de mannen niets van de totale wanorde achter hen en reden volle bak naar de aankomst. Ik stuurde mijn wagen vlak voor de finish via de omleiding naar de parkeerplaats van de ploegbussen. De bij de bus aangekomen renners vertelden mij ruim een half uur later dat zij met het peloton aan de finish waren gestopt om af te dwingen dat er geen uitslag zou worden opgemaakt.
’s Avonds 19h00 kwam het nieuws dat 125 renners, uitgezonderd een klein aantal renners dat juist voorbij de streep stond, na de tijdslimiet bleken te zijn binnengekomen en door de jury naar huis werden gestuurd. De ploegleiders, met hun ploegen verspreid over vele hotels, betwistten de jurybeslissing fel en eisten van de organisatie steun en bemiddeling. De inderhaast geplande bijeenkomst om 23h30 mislukte jammerlijk. Organisator Castellano had in zijn hotel gewacht op de komst van de ploegleiders, die op hun beurt op de vergaderlocatie wachtten op Castellano. Middernacht volgde het korte telefoontje van laatstgenoemde naar een van de ploegleiders: op zo’n 50 man na iedereen naar huis!
Solidariteit en eenheid in het peloton zijn utopieën. Veiligheid moet op voorhand worden gereguleerd en vastgelegd in reglementen, draaiboeken en protocollen. Vooralsnog regeert de chaos, ook in 2020. Drie weken fietsen leverden vele incidenten en discussies op rondom valpartijen, onverantwoorde parcoursen, wegafzettingen en extreme weersomstandigheden. De ploegbazen schreven een brandbrief naar de UCI: ‘Zakkenvullers in Zwitserland: veiligheid is prioriteit nummer 1!’
Wielrennen. Een sport die na alle schade en schande nog altijd niet wijs is.
Theo de Rooij
PS: eenmansploeg Sørensen won de vierde etappe en bijna het eindklassement.
FOTO: Roberto Bettini. (op de voorgrond Rabo-renners Boogerd en Boven op de streep in Baia Domizia