Ik heb mijn uiterlijk tegen, maar in de kern ben ik een spijkerharde jongen. Een nakomeling uit een gezin met vier koters, dus akkoord: verwend ben ik wel. Maar een groot bos op een steenworpafstand (voor wie flink kan werpen) maakte mij tot een buitenjongen. Een Huckleberry Finn in de Twentse variant. Daarna ging ik sporten. Toegegeven, aanvankelijk in de gymzaal – basketbal, volleybal – maar omdat ik gek werd van verblindend tl-licht en de lucht van ruftende oksels en zweetvoeten werd het uiteindelijk, zoals u wellicht weet, atletisch in de weer op de baan en in, opnieuw, het bos. Ten slotte: ik ben een fanatiek visser. Weer of geen weer, men treft mij struinend langs de waterkant. Van binnenzitten word ik doodongelukkig.
Al deze gezonde buitenactiviteiten doen vermoeden dat ik het uiterlijk heb van een baardige kleerkast, maar het omgekeerde is het geval. Mijn slungelige gestalte en geringe baardgroei doen vermoeden dat ik een kantoorpikkie ben. Dat is trouwens ook zo. Maar onderhuids gloeit de onrust van een nomade, ja zelfs de drift die een Neanderthaler eigen is. Ik lees dan ook boeken waarin weekhartige lieden geen rol spelen, de bleke intellectueel niet neuzelt, een bankzitter hoogstens wordt doodgeranseld, de kantoorkneus grienend het onderspit delft. De Ilias, de literatuur die volgde op de eerste wereldoorlog, van Moby Dick tot Schateiland, Hemmingway, Jack London (zie foto): u begrijpt reeds, mijn ziel bestaat uit duistere kerkers.
Afgelopen vrijdag kreeg ik per koerier het kerstpakket. Waar gaat dit nu weer heen, zo vraagt u zich af. Nu, er zaten een reeks zwarte pakjes bij met de gebruikelijke shit die kennelijk in geen kerstpakket mag ontbreken: theezakjes, chips, chocolaadjes, wafelbolletjes en meer van die kelderkastvulling die bewaard wordt tot de houdbaarheidsdatum verstreken is.
Maar het ergste waren de leuzen die achterop de verpakking waren aangebracht. Werkelijk weerzinwekkend. De thee: °Met jouw is alles veel leuker!° Het pakje waarin cappuccino: “In elke dag zit een klein feestje.” Het pakje drop:’Zullen wij vriendjes worden?’ Uitermate bont maakten de wafelbolletjes het: ‘Dans straal geniet en lach.’
Ik weet niet of ons kantoor soms denkt met zeer depressieve en bijzonder infantiele medewerkers van doen te hebben, maar is nu werkelijk de gedachte dat wij het doosje theezakjes tegen de borst drukken, een verheerlijkte blik naar boven richten en prevelen: “Ach wat lief! Hoe hartverwarmend! De baas vindt dat ik alles leuker maak!”? Voor zover ik de baas ken, denkt hij slechts harteloos aan meer winst die dan in zijn eigen zakken verdwijnt. Genoemde wafelbolletjeswijsheid kan wat mij betreft direct in de kliko worden gesodemieterd.
Als zelfverklaarde buitenbuffel wil ik wel wat spreukjes bedenken voor het eerstvolgende kerstpakket: Van jou krijg ik maagzuur. Pleurop partypoeper. Je zult wel geen vrienden hebben. Dans, geniet, lach en donderstraal een eind weg.
Wat is er immers mis met een stukje eerlijkheid?
Erik Endlich