Soms overvalt een beginnende loper je met een vraag waarop geen zinnig antwoord te geven is. Bijvoorbeeld: hoe moet ik ademhalen tijdens het lopen? Je kunt dan iets mompelen van “door lucht naar binnen te zuigen en weer uit te blazen”, maar dat wordt er niet mee bedoeld. Ze stellen bijvoorbeeld gehoord te hebben dat je om de twee passen naar adem dient te happen.
Dat is natuurlijk onzin. Het ademhalen tijdens de eerste twee passen van een marathon verloopt anders dan de laatste twee stappen van die afstand. Het goede antwoord is: niet nadenken. Ademhalen gaat vanzelf. Je moet ook niet peinzen over de nadelen van vlees, alleen over straat, stopwoorden en telefoontjes van energiemaatschappijen. Wie dan gaat nadenken wordt gillend gek. Uit zelfbehoud denk ik dus zelden na.
Hardlopers informeren eveneens regelmatig naar de zin van koude douches en ijszwemmen: ook zoiets. Ik heb nu eenmaal pupillen van gevorderde leeftijd die mij het hemd van het lijf vragen. Dat krijg je wanneer je op de baan staat te schreeuwen wat de lopers moeten doen. Dan heeft men iets van: die man zal overal wel verstand van hebben. Door de bank genomen is dat ook zo.
Maar er is in ieder geval geen reden te bedenken waarom het de gezondheid dient om het vreselijk koud te krijgen. Dat heeft ongetwijfeld met mijn constitutie te maken. Wanneer het beneden de 18 graden is, begeeft mijn interne thermostaat het. De voortekenen bestaan hieruit dat alle uiteinden blauw worden, waarna deze kleur zich bij aanhoudende koude ook verspreid over de rest van mijn lichaam, waarna ik tril als espenblad of een zenuwlijder die het toneel op moet. De enige remedie is bewegen. Aldus ben ik ooit aan het hardlopen begonnen: om tijdens de herfst en winter en bij mindere zomers het luttele sprokkelhout in mijn interne kachel aan het branden te krijgen en te houden. Je kunt betogen dat ik mij dien te harden door een koude douche of een duik in een winters wak te nemen, maar dat zou ik eenvoudigweg niet overleven. Ik zou tot een ijssculptuur transformeren en aldus het loodje leggen.
Ten slotte wordt ik regelmatig lastig gevallen door types die zich afvragen of hardlopen tot betere seks leidt. Dat weet ik niet, nu ik reeds hardliep toen ik de eega ontmoette. Klachten heb ik nimmer gehad – het kan ook zijn dat de wederhelft mij niet met een minderwaardigheidscomplex wenst op te zadelen – maar denkbaar is dat wanneer ik bijvoorbeeld in plaats van te rennen was gaan klaverjassen en de stoel niet verlaten had (en ik dus verging van de kou), ik alle belangstelling voor de andere sekse verloren had. En wij kinderloos waren gebleven. Over kaarten en geboortebeperking gesproken.
OK, nu niet langer mauwen maar sjouwen. De schoorsteen moet immers blijven branden.
Erik Endlich