Terwijl André Manuel in de persoon van Jan Kwakman – zijn theaterpersonage – het gevecht aangaat met een theaterzaal in Utrecht, staat FC Twente thuis in de Veste tegenover PSV. De uitslag en het spel kan niemand zijn ontgaan. Ook Manuel niet, zo blijkt uit het commentaar dat hij als rapporteur voor deze site tikt.
Utrecht uit, altijd lastig. Niet alleen voor spelers van FC Twente, ook voor een cabaretier uit Twente. Manuel speelt in de Blauwe Zaal van de stadsschouwburg. Het is er niet blauw, want roken doet hij voor de deur. Samen met broer Wouter. Buiten is het voor het eerst ook ’s avonds nog aangenaam. Je kunt de lente ruiken, zelfs in de stad. Dan moet het toch wel echt lente zijn.
Terwijl de cabaretier uit Diepenheim nog een laatste hijs neemt, stroomt het publiek de Blauwe Zaal binnen. Vol verwachting naar Jan Kwakman: Leve de man van de SVP. Jan Kwakman wordt door Manuel gepresenteerd als De Nieuwe Leider van dit Land. Een Soort Van Pim. Manuel wil het politieke landschap middels Jan Kwakman een hele grote beurt geven. Want iemand moet het doen. De tribunes bulderen en klappen mee met briljant foute liedjes, allen muzikaal ondersteund door de palingsound uit een speakerbox.
De wedstrijd met het Utrechtse publiek wint Manuel echter niet. Hij is iets te afwezig om tegen zere benen te schrijven, linkse directes te oreren en vol de onderbuik binnen te zingen. Hij staat als Jan Kwakman de cabaretier op het podium, maar zijn gedachten lijken als André Manuel de voetballiefhebber uit Diepenheim af te dwalen naar de geur van een groene grasmat bij Enschede. Terwijl het publiek wacht op een volgende grap van Kwakman vraagt Manuel vlug aan broer Wouter in het Twents: ‘Wat is –t geworden?’
De strijd om het kampioenschap is van groter belang dan de strijd om de lach in de Blauwe Zaal. En dat siert hem ook nog.