Doorgaans geldt: wij hebben een hekel aan regen en wind. Wie geteisterd door deze elementen naar kantoor fietst, vervloekt het Hollandse weer in het algemeen en kantoorwerk in het bijzonder. Naar huis is per definitie minder dramatisch, waarbij een bui regen de pret niet hoeft te bederven daar er in huiselijke kring het huispak of andere droge kleding wacht. Wel weer vervelend is ernstige tegenwind, die het moment van vrijheid dat eerst in de woning aanvangt aanzienlijk verder in de toekomst doet liggen. Bij sport liggen dat soort overwegingen volkomen anders. Hier komt namelijk het merkwaardige fenomeen van de heroïek om de hoek kijken. Duursport moet lijden zijn. De wielrenner begrijpt dat als geen ander. Deze slaaf van de weg beult zich over een stijgend parcours en door sneeuw, storm en koude. Het is als de Odyssee, het klassieke epos waarin de held op de thuisreis, na een felbevochten zege in een slag zonder weerga, weinig bespaard blijft. Monsters en demonische vrouwen – metaforen voor managers en kantoorvamps – belagen de held en zijn reisgezelschap, eenmaal thuis is het ook kommer en kwel, maar toch: de held komt aan en overwint. De zegevierende wielrenner en zijn reisgezelschap de ploeg: wij toeschouwers willen spektakel zien, strijd, gevaren en hindernissen. Dat is bijvoorbeeld minder het geval bij de baanrenners. In een laffe, beschermde omgeving worden rondjes gedraaid. Net als het schaatsen. Die lui moeten naar buiten potdorie. Dáár is het strijdperk waar doetjes, watjes en halfzachten sneuvelen. Ook mooi om te zien.
Bij de atletiek is het, geef ik toe, allemaal wat soft want minder dramatisch. De duurloper rent weliswaar over heuvel en tegen de wind in, hij is sneller aan de meet en behalve dat de winnaar dikwijls letterlijk met het snot voor de ogen finisht, levert het geen heroïsch schouwspel op. Maar toch.
Afgelopen zaterdag heb ik, als vaker, training gegeven in het bos waar het tamelijk nat&modderig was. De klaagzang was niet van de lucht. Modderspetters op de trainingsbroek ter hoogte van het kuitenwerk, loopschoenen die vies werden, door gebrekkige techniek glibberden velen door de smurrie. We zijn een week volk aan het worden. Een enkeling, zoals deze jongen die als trainer een soort meewerkend voorman is, gaf zich over aan de vreugde van het wilde bosleven. Heerlijk: baggerend een weg vinden over de bospaden, modderwater dat hoog opspatte, prut aan de schoenen en kledders in het gezicht. De band met Moeder Natuur wordt er zoveel sterker op. Het regenweer deed de reeën naar de weilanden vluchten. Prachtig gezicht. Je voelt je een beetje de held.
Akkoord: we renden door een postzegelbosje tevens hondenuitlaatgebied: de romantiek van de strijd in de Wilde Natuur vergt wat fantasie. Het was dan ook niet alleen modder wat onder onze zolen zat.
Erik Endlich
heb jij een huispak??????