Al een jaar of zes tik ik op maandag een stukje. En in al die keren heb ik nooit geklaagd over het fenomeen ‘maandag’.
Ik ben niet tegen de maandag. Niet zoals ik tegen zondag ben. De meest waardeloze dag van de week. Maar ik ben ook niet vóór maandag, niet zoals ik fan ben van zaterdag. Het is gewoon maandag. Iedere week weer. Niets te klagen.
Tot vandaag.
5.15 uur. De wekker. Even woelen en opstaan. Gevoederd en aangekleed op weg naar de parkeergarage. Ik mag voor één keer uit pure noodzaak de auto van mijn vriend lenen. Het is een fonkelnieuwe Skoda. Met overal glimmende stickers in het groen, zwart, wit van wielerploeg Belkin. Er is nog een honderd kilometer mee gereden. Dat gaat vandaag verdubbeld worden. Van Utrecht naar mijn werk in Amsterdam, vanuit daar snel door naar Hengelo voor de live-uitzending van Edned van RTV Oost om 17.00 uur, om ‘s avonds weer terug te crossen naar Utrecht. Zonder auto lijkt dit een onhaalbaar schema.
Klik. Het rode lampje brandt. Maar de deur blijft hermetisch gesloten. Zou er ergens een sleutelgat zitten? De auto blijkt zo nieuw, dat er geen sleutelgat meer in zit.
Ik schakel een hulplijn in. In China, in koers. ‘Ja, dan moet je misschien de andere sleutel hebben’, antwoordt de hulplijn. Ik ren terug naar huis, vind de andere sleutel, grijp mijn vouwfiets om nog sneller bij de garage te zijn en… klik?
Niets.
De accu zal leeg zijn. Om nog een beetje op tijd op de krant te verschijnen grijp ik mijn trouwe vouwfiets en knal naar Utrecht Centraal. De trein dan maar.
Het waait. Hard. Sterker nog: het stormt. De NS rijdt – maar natuurlijk – met een aangepast dienstrooster. Maar ze rijden.
Ondertussen, op het werk, vliegen de bomen buiten in het rond. De brandweer adviseert iedereen om binnen te blijven. In Amsterdam valt zelfs een dode. De treinen rijden niet meer.
Ik bel Oost. Van afzeggen houd ik niet. Zeker niet nu er over schaatsen gepraat mag worden. Ronald Mulder is zelfs te gast. Maar de storm -zonder auto, zonder trein- dwarsboomt me naar Hengelo af te reizen. Gelukkig is Rob Harmeling zo vriendelijk om als stamgast voor me in te vallen.
Eigenlijk vind ik dit alles al ruim voldoende voor een matige maandag. Maar de treinen rijden nog altijd niet. De storm is iets gaan liggen, mijn werk zit er op. Maar er is nog altijd geen trein. En geen Belkin auto die open wil.
Maar wel een vouwfiets.
Ach ja. Het stormt, het regent, het is maandag, ik fiets wel vaker en ik wil naar huis. Mijn trouwe vouwfiets blijkt mijn laatste strohalm. Ik besluit dat zo’n 50 kilometer fietsen ook best op die te kleine fiets kan. Weer of geen weer.
Amsterdam Amstel. Amsterdam Bijlmer, langs de flats waar regelmatig iemand ‘gepopt’ wordt. De zon schijnt zelfs nog even. Waar zou ik gereden hebben als de auto wel open ging? Niet hier op mijn vouwfiets. Door de weilanden de stad uit, richting Abcoude. Over het Amsterdam Rijnkanaal. Richting Baambrugge. Vanaf hier, langs de Vecht wordt de route mooi. Maar het begint te waaien. Te stormen. De takken vliegen me om de oren, mijn vouwfiets kraakt. Voor Breukelen barst de hemel los. In mijn schoenen vormt zich een heus IJsselmeer. Mijn lenzen spoelen uit mijn ogen. Er is geen kip op de weg. En al helemaal niet op een vouwfiets.
Ergens bij Maarssen ben ik de weg volledig kwijt. Een man in een Skoda (!) doet zijn raampje open. Even denk ik dat hij me een lift aanbiedt. ‘Mevrouw, u rijdt in het donker, in een donkere jas, zonder licht. Ik zie u nauwelijks.’ Ik ben te verbijsterd om te reageren.
Wat denk je zelf? Dat ik hier op maandag voor mijn lol, in het donker, nat tot op het bot, 50 kilometer aan het fietsen ben door een zeldzame storm, op een fucking vouwfiets?!
Op dat laatste restje woede fiets ik Utrecht binnen. Hongerig en uitgeput kom ik na drie uur fietsen thuis. Edned bij RTV Oost is al uitgebreid begonnen.
Ach, het was gewoon maandag. Zo’n dag waarop je je ‘s avonds afvraagt of je ‘s ochtends niet beter gewoon in bed had kunnen blijven liggen.
Maar weet je?
Morgen is het dinsdag. En dan heb ik vast wind mee.
Zo zie je maar weer: de wielersport is vol van heroïek!
Briljante column.