Mijn eega roept regelmatig: ‘Nou, wat mankeert er dan nu weer aan?’ Deze opmerking is voor mij bedoeld. Ik kan er overigens niets aan doen. Telkens als ik iemand sneller zie lopen dan een wandelaar, dan let ik op de looptechniek van betrokkene. Het is maar zelden, dat ik geen kritiek kan spuien. Bij vrijwel iedereen mankeert er wel wat. Waar de een zijn armen laat hangen, loopt een ander gebogen en ziet een derde eruit alsof hij of zij achterover dreigt te vallen. Dan heb je kennelijke geblesseerden, aangezien één voet iets naar buiten staat dan wel dat de min of meer atleet zich voortbeweegt alsof hij over rijstpapier loopt dat onder geen beding mag scheuren. Artrose – denk ik dan. Als looptrainer kan ik niet mijn ogen sluiten voor wat er aan dilettanten voorbij komt ploeteren.
Men zou denken dat de voetballende deelnemers aan het WK voetbal in Quatar wel weten hoe te rennen. Nu: ook daar wordt in hollend opzicht maar wat aangeklooid. Bekend is, dat voetballers het hardlopen zonder bal aan de voet maar een nutteloos activiteit vinden. Ze beschouwen dat als zwembewegingen maken zonder in het water te liggen. Dat is één. Ten tweede maakt dit, dat de meeste voetballes met het hoofd in meerdere of mindere mate naar beneden kijken. Daar waar doorgaans een bal is. Ook kijken ze dan telkens om zich heen, wat fout nummer drie is: je hoort in de richting te kijken waar je naar toe rent. Niet zelden komen aldus voetballes in botsing met elkaar. Dat men vervolgens ter aarde stort is in sommige van deze en dergelijke situaties denkbaar, maar dat de voetballer na een duwtje of bij een uitstekend been horizontaal gaat, enige gillen slaakt en enkele meters doorrolt, stelt mij voor een raadsel. Dat atleten tijdens de 800 meter, waar het een dringen en duwen van jewelste is, na een contact met de tegenstander schreeuwend koprollen maakt, is ondenkbaar.
Nu hebben voetballers doorgaans een uitstekende conditie, aangezien een voetbalwedstrijd een continue intervaltraining is. Ik heb tijdens het WK echter met stijgende verbazing gekeken naar aanvallers, die ongetwijfeld tot de meest luie types behoren die in de topsport actief zijn. Actief is in dit verband niet het goede woord, nu aanvallers naar voren sjokken dan wel naar achteren hobbelen alsof men niet kan wachten tot de wedstrijd afgelopen is. Deze verwende lieden verwachten dat er een bal in hun voet wordt gespeeld, anders zijn ze niet te genieten.
Overigens was deze inactieve wijze van voetballen recent tot kunst verheven bij het gehele Nederlands elftal. Aanvankelijk dacht ik dat onze nationale team deelnam aan het WK walking footbal. Pas tegen de VS begonnen er zowaar wat individuen min of meer te draven, wat op slag dynamisch oogde.
Hopelijk gaat het nog vlot lopen bij onze jongens. Maar eerst zien – dan geloven.
Erik Endlich