In het studiocomplex van de Nederlandse Omroep Stichting klinkt elke dag gebazel, maar er zijn wel variaties in het bazelgehalte. Als het om voetbal gaat spant het de kroon. Het lijkt wel een slachthuis. Pietje wordt geradbraakt door analist Dikbuik, Wimpie opgehangen door analist Leeghoofd en Jantje gefileerd door analist Inktvlek. Waarom wordt nooit helemaal duidelijk, want daarvoor is hun beheersing van de Nederlandse taal te mager. Hun weten niet anders dan dat hen een haan moet zijn. Het is de terreur van de niet-opgeleide elite van Lulhannes en Kutmajoor.
Het liefst hoor of zie ik het verslag van een voetbalwedstrijd live op de radio, hoewel de geile gekte ook daar woest om zich heen is gaan slaan sinds kledingverkoper Jack van Gelder werd aangenomen om een voetbalverslag als een ejaculatie te beschouwen. Ach, waar zijn de tijden van Koen Verhoef en Theo Reitsma.
Tegenwoordig worden voetbalwedstrijden voorbeschouwd, vanaf circa honderd plekken in het stadion in beeld gebracht en – het toetje na afloop – door tientallen televisiezenders nabetracht.
Ik zag na afloop van de wedstrijd op mijn computer het zo-gedoopte gesprek over de wedstrijd Nederland-Oekraïne. Drie mannen aan een tafel die elk een Koot en Bie-typetje voor hun rekening namen (Koot en Bie is televisiehumor uit de jaren zeventig. Inderdaad heel lang geleden. Uit de tijd dat Eddy Heija de Keu nog de publiekslieveling was in het Diekman en Folkert Nooit op Zondag aan de Bornsestraat topscorer van de eredivisie werd.) Zo lang geleden dus. Koot en Bie speelden typetjes die we nu denkelijk Pierre van Hooydonk en Rafael van der Vaart zouden noemen in plaats van Jacobse en Van Es.
Jacobse en Van Es kwamen gisteren weer tot leven, al hadden de scriptschrijvers van nu dus een hedendaagse naam gegeven, want tegenwoordig heten dit soort clichémannetjes van Hooydonk en Van der Vaart. Ze hoeven het niet meer te hebben van inhoud, want eens in de zoveel tijd een beroerde kapper en elke dag een anti-Weghorst-mening zijn genoeg. Van Hooydonk is de bijgoochem van het stel, kwinkslag hier, grapje daar en Van der Vaart is de Rafaello da Mokum die het kort maar heftig het speeltje was van mannenverzamelaar Sylvie Meis, na Maarten Atmodikoro en voor Maurice Mobetie. Van der Vaart houdt van wisselen. Hij laat nu tot vervelens toe weten dat Wout Weghorst uit Borne uit de basis moet worden gehaald. Formeel omdat volgens het Orakel van de Reeperbahn – in het koeterwaals van de hedendaagse voetballerij -een systeem met Donyell Malen meer effect sorteert dan het huidige systeem met een puntspits Wout Weghorst.
Het is niet belachelijk omdat het onzin is, het is belachelijk om erover te blijven zaniken en zeveren. Het is van tweeën één. Of je zegt het omdat het volgens het belang van de natie in het geding zou zijn, wat om heel veel redenen paljasserij is, of je zegt het omdat je iemand anders dan Weghorst in aanvalslinie ziet.
Van der Vaart vindt dat Malen in de voorhoede van Oranje behoort te staan. Dat mag, zoveel analisten, zoveel opvattingen. In voetbaljargon 5-3-2 moet terug naar 4-3-3. Oftewel: Weghorst op de bank en Malen in de ploeg. Zou, vraag ik me af, dat tweede Nederlandse doelpunt ook zijn gevallen…
Han Pape