De vakantieperiode breekt aan, wat voor iemand in het onderwijs betekent dat een waanzinnig lange periode van zo’n acht weken in het verschiet ligt. Dat doet mij denken aan de vorige werkgever, waar vier weken pas kon als je dagen opgespaard had. Wel dient in ogenschouw te worden genomen dat de laatste weken voor de vakantie killing zijn. Er dienen scripties beoordeeld te worden en gesprekken gevoerd met de examenkandidaten, voor wie geslaagd is moet er een enthousiast stukje te worden geschreven – zelfs als de student een lastpak was-, cijfers moeten worden ingevoerd, kwartielen geëvalueerd, roosters gemaakt. Wie direct na deze hectische periode hologig de auto inpakt en de weg opgaat, is een gevaar voor zichzelf en belangrijker: voor anderen. Daarom wordt aangeraden de eerste dagen thuis te blijven, teneinde te acclimatiseren. Docenten zitten dan als verdoofd in ene fauteuil, worden in bed telkens wakker uit een soort van koortsdromen, daarbij hevig zwetend kreten slakend als: “Wat is daarop je antwoord? Dat cijfer is toch ingevoerd, of niet? Scheer je weg, aartslui studentenvolk!”
Uiteindelijk, nadat de ergste symptomen zijn weggeëbd, aanvaarden wij de reis richting Zeeland, meer het bijzonder Zeeuws-Vlaanderen.
Daar hebben wij een primitief huisje gehuurd, waar onze honden terecht kunnen – dan valt als driekwart van het aanbod af – en dat te boek staat als een “Schrijvershuisje”, wat dan weer inspirerend klinkt. Niettemin is het dan ook de bedoeling dat je weinig meer doet dan schrijven, want luxe artikelen als tv, radio en Wifi ontbreken. Achteraf niet heel handig, nu wij immers thuis de Tour volgen, maar daar slechts naar het plafond kunnen staren. Of naar de prachtige omgeving natuurlijk, waar een zoetwaterreservoir en de zee op loopafstand zijn.
Bijzonder is dan ook dat er een vissershut bij de prijs inzit. Overigens is die prijs zodanig dat je er ook een aardige tweedehands auto of het begin van een nieuwe keuken voor kunt kopen, want de armlastige leraar zit vanzelf gebonden aan de drukke en dus dure tijd, waar de exploitant van het schrijvershuisje dan weer monter gebruik van maakt.
De enige sportieve bezigheid bestaat derhalve uit vissen. Niet helemaal overigens: uren wandelen met onze honden, die 12 keer langer zijn dan hun hoogte, doen wij graag. Overigens meen ik, dat al dat gewandel het hardlopen dient. Gek genoeg merkte ik op momenten dat ik niet in de gelegenheid was om hard te lopen, er nauwelijks sprake is van verval als je in plaats daarvan lange wandelingen maakt, zeker als dat ik een fors tempo gaat.
Dat gaan wij dus doen daar in Zeeland. Dat volgens de meeste atleten “een fucking eind reizen is”. Hoe vaak ik dàt niet te horen kreeg. Ik meen toch, dat wij halverwege niet op zoek hoeven naar een pension. Enfin, ik laat u weten hoe het is daar.
Erik Endlich