In 1958 floot Willem Busschers zijn eerste voetbalwedstrijd. Hij had een cursus van zes weken achter de rug. Hij dacht dat hij alles wel wist, maar hij nam toch voor de zekerheid zijn vader mee. Die was ook scheidsrechter.
Willem vertelt”: ‘Geel Zwart 11 speelde tegen De Tubanters 13. Komt er een prachtige voorzet, precies op maat. Ik twijfel geen moment en kop hem knoerhard in de verre hoek. “Wat maak ie mie noe skeids?”, riepen die spelers. Oh god, dacht ik, wat mot ik doon? Ik naar pa langs de lijn. “Gewóón oftrapn”, zei pa. “Ie bint toch ‘n dood element! Of nich dan?”’
Paul Abels, uitgever, Enschede