Het ultieme moment van glorie
van autocoureur Patrick Huisman uit Usselo
1999
Patrick Huisman (45) is een onbetwiste routinier in de autosport. De coureur, tegenwoordig woonachtig in Usselo, heeft een fraai sportief verleden. Huisman won de 24 uur van Le Mans, reed in de prestigieuze DTM-klasse en stapte voor één keer in een Formule 1-auto. Tegenwoordig rijdt hij nog steeds de Porsche Supercup: een standaard race in het voorprogramma van de Formule 1. Hij vertelt over zijn ‘moment van glorie’.
‘Ik heb zo ontzettend veel hoogtepunten meegemaakt in m’n al 25-jaar durende carrière. Maar als ik er dan toch één moet kiezen, dan wordt het mijn derde Porsche Supercup-titel in 1999. De route naar die winst was mentaal en fysiek de zwaarste. Ik liep het hele seizoen achter de feiten aan, had fysieke klachten en liep ziekenhuizen in en uit. Ik reed op het laatst met één hand, want ik kon nog geen sleutelbosje vasthouden. Toch behaalde ik op de voorlaatste racedag op Spa Francorchamps de eerste plaats en pakte de titel op het Italiaanse Monza.
Dat was zonder meer mijn zwaarste seizoen. Het begon ook al tegenvallend. Elk jaar reden we een race buiten Europa. We begonnen in Australië en ik liet in die twee races ontzettend veel punten liggen. Het ging niet, het liep voor geen meter. De Duitse Ralf Kelleners pakte meteen al een voorsprong. Een ‘vorentscheidung’, zoals de Duitsers zeggen. Ik bleef er ook maar achteraan hikken. Het gat bleef telkens één overwinning.
Op een gegeven moment kreeg ik, toen ik thuis was, tintelingen in m’n nek. Dat ging gepaard met uitvallen. Eerst dacht ik: ach, verkeerd gelegen. Maar toen het aanhield en ik niet meer kon slapen, ben ik toch maar naar het ziekenhuis gegaan. Ik werd echter van het kastje naar de muur gestuurd. Niemand kon me helpen, dus ik was er snel klaar mee. Via Porsche kwam ik terecht bij een Duitse arts, waar ik ’s nachts om één uur aanklopte. Hij constateerde een forse ontsteking in m’n hele arm. Ik kwam terecht in Duitse revalidatiecentra en kreeg voor elke race een spuit om de pijn toch nog iets draaglijk te maken. De spieren en zenuwen waren compleet aangetast, als ik m’n arm optilde, klapte m’n schouderblad om.
De oorzaak is nooit gevonden. Misschien had het te maken met een tussentijdse race in de 24 uur van Le Mans. Een teamgenoot, een klein mannetje, had de heupgordel versteld, waardoor ik verdraaid zat. Onder de race, die ik overigens won, kon ik het zelf niet meer verstellen. Misschien heeft een zenuw toen te lang bekneld gezeten.
Toch heb ik elke race gereden. En ik had ook niet meer verwacht dat ik zou winnen, tot ik op de voorlaatste race op Spa nog koploper werd. Voor Kelleners was dat dé mentale dreun. Op dat moment wist ik ook dat ik op Monza zou winnen. Kelleners viel ook nog eens uit in de laatste race. De emoties kwamen vervolgens los op het podium. Huilen, huilen, huilen. Ja, die overwinning heeft me echt bloed, zweet en tranen gekost.’
Het ultieme moment van glorie van Patrick Huisman werd eerder beschreven in het eerste nummer van TwenteSport Magazine