De dood van Wim Neeskens spookt door mijn hoofd. Vijf dagen na ons laatste bezoekje (Eddy, mijn kompaan van Twente.Sport.com en ik) heeft hij volledig moegestreden het hoofd in de schoot gelegd. Zaterdag 15 februari 2014, laat in de avond, is hij definitief uit de tijd geraakt. De volstrekt unieke mens Willem, bijgenaamd de Beul van Borne, wist dat het tijdstip eerdaags zou komen, dat een beul van een geheel andere soort hem definitief de baas zou zijn. Hij heeft alles gegeven, hij heeft drie jaar tegen kanker gevochten met een intense mentale kracht om het ultieme moment zo lang mogelijk uit te stellen. Maar nu is het over. We zijn verdrietig, omdat we ons maat moeten missen voortaan, maar bovenal hebben we respect.
Ik kende hem reeds als wielrenner. Willem was een stoemper. Hij hield van winnen, was graag de beste van allemaal, maar een scherpe eindsprint was niet aan hem besteed. Terwijl hij de leiding overnam van het stratenmakersbedrijf van zijn vader met enkele broers als collega en werknemer, leek hem een job als journalist ook te gek. Hij belde naar regionale radiozenders en kranten om de eerste drie van een koers door te geven. Dat iemand anders dat ook al deed, boeide hem niet zo. Hij wurmde zich ertussen, leerde ook hoe je verslagjes moest maken en rolde erin. Hij was gek op primeurs. Als hij een nieuwtje had, belde hij dat rond en was hij trots. Hij was weer iedereen te glad af geweest en liet zijn voldoening daarover graag aan iedereen horen. En het liefst op nogal luidruchtige wijze.
De Telegraaf wilde deze primeurjager graag als medewerker, De Volkskrant ook. En dat is ook weer zo’n voorbeeld van de uniciteit van Willem. Welke journalist kan zeggen dat hij voor deze twee, qua identiteit zeer verschillende kranten, heeft gewerkt. Radio Oost, Dagblad Tubantia en de Twentsche Courant kregen die berichten ook en vooral de regionaal getinte nieuwtjes. Na de wielerberichten bracht hij ook nieuws over judo en andere vechtsporten. Voor de Telegraaf was hij de officiële judoverslaggever en bezocht overal ter wereld de grote toernooien. Hij vertelde graag dat hij in meer dan 150 landen is geweest, terwijl hij alleen de Twentse en Nederlandse taal machtig was. Hoe het kon, kon het, maar hij flikte het wel.
In de jaren tachtig begon Wim zich ook voor voetbal te interesseren en het duurde niet lang of ook in de voornaamste sport van het land werd hij verslaggever. ‘Van onze sportcorrespondent Wim Neeskens’ stond er dan boven een wedstrijdverslag van bijvoorbeeld Heracles, PEC Zwolle of SC Heerenveen. Voor TwenteSport.com, waarvan hij mede-eigenaar was, zette hij zich in als verslaggever en voetbalanalist. Hoewel hij van oudsher een wielerman was, kon hij een voetbalwedstrijd goed en vlot analyseren. Bovendien had hij ook in letterlijke zin een scherpe kijk. Wie in een kluwen van spelers het laatste tikje gaf en wie daarbij de bal ook nog even raakte? Je kon het Willem vragen, hij had het gezien.
Een andere tak van sport was de economie. Wim was enorm geïnteresseerd in geld en alles daaromheen. De beurs, grote en kleine ondernemers, de koersen, faillissementen, fusies en vooral ook nieuwtjes of vette primeurs in die wereld. De Telegraaf en andere media hebben vaak gretig gebruik gemaakt van zijn fingerspitzengefühl. Hij rook de primeurs, had exact in de gaten op welke plek groot of klein nieuws in de lucht hing. Het woord miljoen was een toverwoord voor hem. Hij sprak het overigens op geheel eigen wijze uit als mijjoen.
Ik zou talloze anekdotes kunnen vertellen over deze onvergelijkbare, onvergetelijke, onnavolgbare collega. De gekste dingen hebben we met deze levensgenieter meegemaakt in binnen- en buitenland. Allerlei taferelen met Willem in de hoofdrol schieten deze zondag door mijn hoofd.
Drie jaar geleden kreeg hij kanker. Het begon in de dikke darm. De kans op genezing was niet groot. De doktoren wilden hun best doen om er nog van te maken wat ervan te maken viel, maar de kans op overleven was zeer klein. Ze hadden echter niet gerekend op een man met een dergelijk sterk lichaam en vooral met een enorme mentale kracht en overlevingsdrang. Hij vocht als een tijger. We bezochten hem regelmatig. De laatste twee keer gingen Eddy en ik samen. Hij verzwakte, het aantal bezoekjes moest beperkt worden. De voorlaatste keer (drie weken geleden) lag hij op in de woonkamer op zijn bed aan het raam. Hij was rustig, tot zijn vrouw Jeannet hem rechtop zette. Het duurde geen tien seconden of hij verhief zijn stem en wond zich al weer op over een onnodig tegendoelpunt van Heracles en over een bedrijf dat in zijn ogen enkele mijjoenen over de balk had gegooid.
Afgelopen maandag bleef hij rustig, lijdzaam liggen. De handen gevouwen. Hij zei niet veel. Ik schrok van zijn dunne polsen. ‘Hij eet haast niks meer’, vertelde Jeannet. Op de televisie waren shorttrack-wedstrijden. Wim had er geen aandacht voor. Hij vond het wel best. We gaven hem een hand, keken hem aan en zeiden: ‘Hou je goed Willem, tot de volgende keer maar weer.’ Tegen beter weten in. Ik schrok niet van het bericht dat ik deze zondagmorgen kreeg. Het was over. De ene beul versloeg de andere. Heel jammer, maar het is beter zo.
Mooi en treffend stuk, zo ken ik Wim (Willem)ook. Na al die (35) jaren dat we samen als verslaggevers van vooral judo en veldrijden de wereld overtrokken. Ik ga hem missen.
Ook bij Rtv Oost gaan we hem missen. Als Wim in de kantine zijn verhalen en meningen verkondigde, hingen we aan zijn lippen. Een bijzonder kleurrijk en lief mens is heen gegaan. Mooi beschreven Gijs Dank!
Prachtig eerbetoon aan de man die mijn journalistieke gids was bij mijn werkzaamheden voor de Twentsche Courant en ook daarna steeds bleef wie hij was: altijd aanspreekbaar en behulpzaam. Prachtmens!!
Wim was altijd aanwezig. Open geest, open mind vol met kleurrijke verhalen en anekdotes, maar dat juist hij het moet afleggen tegen een onzichtbare, onbarmhartige beul is unfair. In menig perskamer is het even stil
Wel wat laat, maar ik lees het nu pas,goed stuk Gijs, de man verdient het! RIP Wim.