Een aantal reacties over mijn vorige column op de website van Twentesport.com gaf aan dat men graag wat meer achtergrond over het begrip passie wil ontvangen. Bij deze:
Bevlogenheid (engagement) is, naar de definitie van hoogleraar W. van Rhenen (Nijenrode), een combinatie van energie, toewijding en ‘flow’, het gevoel dat de tijd voorbijvliegt. ‘Bevlogenheid is een positieve energie die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie. Vitaliteit wordt op zijn beurt gekenmerkt door bruisen van energie, zich sterk en fit voelen, lang en onvermoeibaar door kunnen gaan en beschikken over grote mentale veerkracht en dito doorzettingsvermogen. Toewijding heeft betrekking op een sterke betrokkenheid; de actie wordt als nuttig en zinvol ervaren, is inspirerend en uitdagend, en roept gevoelens van trots en enthousiasme op. Absorptie, tenslotte, heeft betrekking op het op een plezierige wijze helemaal opgaan in de actie, er als het ware mee versmelten waardoor de tijd stil lijkt te staan en het moeilijk is om er zich los van te maken.’
Het verhogen van bevlogenheid leidt tot een blijvende verhoging van de effectiviteit. Hierdoor zijn sporters beter langer inzetbaar en neemt de winstkans toe. Men kan meer aan als ze meer worden gesteund en gemotiveerd.
Uit onderzoek blijkt dat 15 tot 20% van de werknemers in Nederland echt bevlogen is. Hoe zal het percentage zijn bij voetballers? Een onderzoek waard. Is het bij een BVO anders? Of bij het achtste van de plaatselijke club? Bevlogenheid hangt niet af van het niveau. Het hangt af van de speler. Zijn trainer kan/is daarbij bepalend, de vereniging voorwaardend scheppend.
Wat een uitdaging voor 2012.