De wereld van de scheve schaats is een veelvormig fenomeen. Veel meer kun je er niet van zeggen.
En dan heb ik het nog niet eens, hoewel het voor de hand ligt, over Sven Kramer. Uiteraard komen de horden tevoorschijn die verkondigen dat Kramer natuurlijk nooit aan de Olympische Spelen 2022 had moeten meedoen, want dat hij daar in China alleen maar kon verliezen. Leer mij ze kennen, de wijsneuzen, die na afloop alles vooraf al wisten, naar ze zeiden.
Ik vind Sven Kramer een groot sportman, niveau Ard Schenk – groter en hoger kan niet.
Alles naast het podium stelt in de redenering van de koe-in-de-kont-kijkers niks voor. Dat is, vind ik, een even kromme als domme redenering. En ook eentje van de een betweter.
Natuurlijk was de kans dat Kramer bij de Winterspelen in Peking een olympische medaille zou scoren gering, maar had hij daarom zichzelf die zevende plek moeten onthouden? Sterren ontstaan in ruimtes waarin alles mogelijk is, ze schijnen vervolgens een poos en doven vervolgens. Het zijn de wetten der natuur. Ons aller lot.
Alles heeft een begin en een einde, dus ook sportprestaties.
Iets anders: zeven is het getal van de volheid, dus wat nou een slecht klassering.
Ik moet bij dit soort dingen altijd denken aan Franz Krienbühl, die precies twintig jaar geleden overleed. Hij won in zijn thuisland zo ongeveer alles wat er te winnen was en deed namens Zwitserland zeven keer mee aan de Olympische Winterspelen, maar deed ook mee aan Europese kampioenschappen en wereldkampioenschappen, waar hij net voor het donker werd finishte. En dus zonder de geringste kans in de buurt van een medaille te komen.
Het punt is natuurlijk dat de ware sportman en sportvrouw voor zichzelf en/of voor het land deelneemt.
Als gemeld komen er ook scheve schaatsen voor, in al hun veelvormigheid. In het weekend dat Sven Kramer afscheid nam door met een heilige zevende plek majestueus een punt te zetten, in dit weekend was er ook een scheve schaats, van het me-too-kaliber. Niet in de hardrijderij op de ijzers, maar in de voetballerij, de scheve schaats van Marc Overmars.
Han Pape
