ENSCHEDE – Gianni Romme (Lage Zwaluwe, 1973) was een van Nederlands beste schaatsers aller tijden. Tijdens de Olympische Spelen van 1998 in Nagano bereikte hij goud op de vijf en tien kilometer. Hij was tweemaal mondiaal en eenmaal Europees kampioen in de all-round-categorie en zeven keer ‘s wereld beste op de lange afstand. In 2001 en 2002 was de stayer in totaal 118 dagen de nummer een van de Adelskalender, de wereldranglijst aller tijden voor de vierkamp. Na zijn actieve carrière stond hij nog op het ijs als trainer-coach van Anni Friesinger en de Italiaanse mannenploeg.
Sinds 1 mei van dit jaar is de goedlachse Noord-Brabander manager van IJsbaan Twente in Enschede. En geeft lezingen bij sportclubs in de regio. Zo is hij morgenavond (zaterdag) te gast bij de basketbaleredivisionist Jolly Jumpers in de nieuwe sporthal De Vlaskoel te Tubbergen.
Je bent hier nu een half jaar bezig, hoe bevalt het werken en wonen in Twente?Ten eerste is het wonen hier prachtig. Veel mooi buitengebied en dat is hardlopend of fietsend voor mij elke keer weer heerlijk. Daarbij komt dat ik de mensen hier heel prettig vind in de omgang, dus zowel in mijn werk als in mijn woonomgeving is dit dagelijks heel fijn om te ervaren’
Wat vind je het leukste van je nieuwe baan?
‘De afwisseling. Geen dag is hetzelfde en de diversiteit van gebieden waar ik me mee bezig hou, is groot. Ook het sociale aspect vind ik een leuk onderdeel van het werk. Met de gasten die op de ijsbaan komen, vind ik het belangrijk om in contact te zijn. Als ik met ze praat, hoor ik direct hoe ze onze faciliteit en diensten ervaren en daarbij is interesse in mensen iets dat me persoonlijk boeit.’
En wat mag wel wat minder?
‘Ik zeg liever: wat mag meer, omdat ik graag alles van de positieve kant benader. Meer tijd in een dag, dat zou mooi zijn. Dat is iets wat ik algemeen ervaar. Ik vind heel veel dingen interessant en wil me graag bezig houden op vele gebieden, maar de factor tijd is een beperking. Dat geeft ook wel weer de uitdaging om bepaalde dingen voorrang te geven en keuzes te maken.’
Hoe zit een gemiddelde werkdag er voor je uit?
‘Er is geen gemiddelde, want elke dag is weer anders. Ik draai in het seizoen rond de 50 tot 55 uur in de week en probeer op verschillende momenten aanwezig te zijn, dus ook buiten de reguliere kantoortijden. De ijsbaan wordt zeven dagen in de week van zeven tot twaalf uur personeel bezet. Ik stuur aan en hou overzicht, maar dan wil ik dit ook werkelijk zien en ervaren. Dan moet ik wel keuzes maken wanneer ik er ben en wanneer ik er vooral niet ben, want het gevaar zit in mijn fanatisme en dan kan ik beter een bed op de ijsbaan zetten.’
Wat zijn de plannen voor het nieuwe schaatsseizoen, zijn er nieuwe activiteiten op komst, en zo ja welke?
‘De maatschappij is altijd in beweging en dat moet je als bedrijf ook. Dingen veranderen en interesses van mensen veranderen, zo ook op de ijsbaan. Curling is sinds vorig jaar groeiende en is een “nieuwe” ijssport die ontdekt is, niet alleen door het recreatieve publiek, maar ook door het bedrijfsleven. We zijn nu bijna twee maanden open en er zijn al twee keer zoveel curlingclinics georganiseerd. Daar zijn we natuurlijk erg blij mee.’
En wat gaan jullie aanbieden buiten het schaatsseizoen, daar had je toch ideeën over?
‘Een seizoengebonden bedrijfsvoering een volledig jaar laten draaien, is een uitdaging. Ik heb me de afgelopen maanden verdiept in deze materie en mijn oor te luister gelegd bij landelijke ervaringsdeskundigen. Mijn conclusie is dat de uitdaging erg groot is om iets passends te vinden, maar het laat me niet los. Het winterseizoen is onze core business en daar gaan we eerst al onze energie en tijd in steken.’
Schaats je zelf nog, of komt dat er niet meer van?
‘Ik schaats altijd één keer weer week en soms twee keer. De beweging van het glijden op het ijs is voor mij zoiets moois, dat is echt mijn passie. Natuurlijk gaat het niet meer zo hard als vroeger, maar mooie grote klappen maken en lekker hangen in de bocht zijn dingen die ik altijd nog goed probeer te doen. Techniek maakt deze beweging niet eenvoudig, maar als je het beheerst geeft het je zoveel plezier.’
Welke eigen schaatsprestatie zul je nooit vergeten?
‘Ik denk dat mijn eerste allround wereldtitel een prestatie is die ik niet snel zal vergeten. Ik was in mijn jeugd altijd aan het worstelen met de korte afstanden en dacht dat een titel voor mij in het allrounden nooit mogelijk zou zijn, maar in 2000 lukte het me wel op het allerhoogste niveau.’
Wat is jouw advies aan Sven Kramer: stoppen nu het nog kan of doorgaan tot het bittere Rintje Ritsma-einde?
‘Sven moet zich niks aantrekken van wat mensen zeggen of denken. Rintje bepaalde zelf ook wanneer hij zei: ik stop ermee. Zelf heb ik dit ook ervaren en dat is niet eenvoudig. Je grote liefde en passie loslaten is niet iets wat je van vandaag op morgen doet. Er zit veel emotie en gevoel bij. Aan een topsportcarriere zitten een begin en een eind, hoe zich dat verloopt en op welke wijze is bij elke topsporter anders. Het gaat er vooral over dat de sporter zelf terug kan kijken op een mooie tijd en fase van zijn leven.’
Laatste vraag: als de rayonhoofden het groene licht geven, ben jij dan van de partij?
‘Jazeker! Ik ben al lid van de Elfsteden sinds 1996 en als de tocht komt wil ik het ervaren. Het grootste evenement op schaatsen ter wereld, daar wil ik bij zijn.’