De winter vordert, al moet de echte winter nog beginnen. Maar weerprofeet Piet Paulusma weet het zeker, het wordt een zeer strenge winter. En dat maakt de kans op een Elfstedentocht natuurlijk groot. Schaatsliefhebbers kunnen nauwelijks wachten tot het zo ver is. Ik geef toe, een periode van zo’n 25 jaar is ook wel lang. De vorige keer dat het zo lang duurde was in 1985, maar liefst 22 jaar na de vorige tocht in 1963, de tocht die gewonnen werd door Reinier Paping uit Ommen. Deze week overleed hij, op 90-jarige leeftijd.
Tussen die beide tochten lag een verschil van een generatie en dat was te merken. In het bestuur van de Friesche Elfstedentocht zat vrijwel niemand meer die er ook in 1963 bij was. Alles moest als het ware opnieuw uitgevonden worden. Dat was duidelijk te merken toen ik mij de avond voor de wedstrijd meldde in de Frieslandhal, de nerveuze spanning was direct voelbaar. Enkele dagen voor dat duidelijk werd dat de tocht definitief door zou gaan kreeg ik een telefoontje van bestuurslid Nauta met de vraag of ik het commentaar bij de finish wilde geven en daarvoor de informatie richting de pers wilde verzorgen. Ik zei al ja voordat hij uitgesproken was. Want de Elfstedentocht was voor een sportfanaat zoals ik natuurlijk een droom die uitkwam.
Waren de Elfstedentocht van de jaren ‘50 en ‘60 wedstrijden waarin de strijd werd uitgevochten door hetzelfde kleine groepje favorieten, in 1985 lag dat totaal anders. Het marathonschaatsen op de kunstijsbanen had Nederland inmiddels veroverd, de groep favorieten was daardoor ook veel groter geworden. De namen van mogelijke winnaars vlogen dan ook in het rond de avond voor de wedstrijd. Dries van Wijhe werd genoemd, Jan Kooiman, vooral ook Jan Roelof Kruithof die zijn voorbereiding in een grote koelcel had gedaan. En zo werd de groep favorieten groter en groter.
Voor het eerst werd de tocht direct op televisie uitgezonden. Maar omdat de eerste uren in het donker werden verreden werd er na de – verlichte – start noodgedwongen gestopt tot het licht genoeg was. Tot die tijd kon ik de via de telefoon gekregen informatie doorgeven aan de pers maar veel verder dan dat de rijders zich daar en daar bevonden ging die info niet. Totdat de eerste live-beelden kwamen, en er een kopgroep bleek te zijn. De NOS-verslaggevers, die toen ook pas de rijders voor het eerst kort in beeld kregen gaven wel een samenstelling van de kopgroep door maar die klopte niet met mijn waarneming. Het voordeel van het kennen van de rijders via het marathoncircuit deed zich al onmiddellijk gelden. Ik gaf dus een nieuwe samenstelling van de kopgroep. Het duurde even voor de pers doorkreeg dat er nog wel wat verschil was ten opzichte van de gegeven namen, dus moest ik tweemaal de samenstelling geven. Het maakte blijkbaar nogal indruk, want even later stond NOS-anchorman Joop van Zijl voor mijn neus met de vraag of hij mij mocht interviewen. Natuurlijk kreeg ik toen ook de vraag wie in mijn ogen de grote favoriet was. Evert van Benthem, was mijn antwoord.
De rest is geschiedenis, Evert won inderdaad, versloeg in de eindsprint Henri Ruitenberg, Jos Niesten en Jan Kooiman, maar werd op zijn beurt weer verslagen door die andere Evert, NOS-verslaggever Evert ten Napel, die hem luttele meters na de finish al tackelde, na enkele pirouettes samen tot stilstand kwamen en onmiddellijk zijn eerste vraag kon afvuren. Evert won de race, andere Evert de strijd bij de pers. Al in 1986 werd de volgende tocht verreden en ook toen won Evert van Benthem. Nederland werd gek, ook in 1997, toen Henk Angenent won. Een nieuw volksfeest was geboren. En mocht de nattevingerwerk-voorspelling van Piet uitkomen dan zal het ook nu niet anders zijn.
Jammer eigenlijk dat ik totaal geen vertrouwen heb in Piet Paulusma.
Harry Middeljans