Eenzaam, in alle vroegte rijdt een ijsmachine rondje na rondje. Eerst strak langs de binnenlijn om daarna glanzend via de buitenlijn de baan te verlaten. Het is Tweede Kerstdag in een nog donker Heerenveen. (in welk Nederlandse plaatsnaam zitten de meeste letters ‘e’?) Het is de eerste van drie wedstrijddagen in Thialf. De commerciële ploegen en een enkele individuele rijder komen bijna geruisloos de hal binnen. Geruisloos? Inderdaad. Het gedempte geluid van de sportschoenen en het dragen van mondkapjes maakt voor het gevoel de ijshal nog kouder. Daar waar jarenlang het publiek de rijders luidruchtig verwelkomde, is nu een enkele toeschouwer te zien. Op de tribune is er een veelvoud aan kerstbomen in verhouding met het aantal personen. Het is de start van drie dagen van het WK Kwalificatie Toernooi.
De druk op de sporters is groot. Achterliggende blessures, coronatesten, de vorm van de dag, alles wordt geanalyseerd. Wat is nu het resultaat van al die trainingen? Dat moet blijken in deze drie dagen. Ooit vroeg ik aan een van de rijdsters waar ze de motivatie vandaan haalde om op die ochtend ruim dertig keer, vanaf snelheid nul, een bocht voluit, maximaal te rijden. “Als van de dertig bochten er één perfect is, dan weet ik dat ik het kan. Daar zit de winst, daar ga ik dan mee verder!”
Zo zie ik de gele, groene en zwarte brigade de rondjes rijden. Gevaarlijke wissels die leiden tot een klassering die ver verwijderd is van de top-drie. Hoe verrassend daarentegen is de opkomst van de jonge garde. De interviews laten niets aan de verbeelding over. Specifieke training, rijden onder hoge druk, de spanning, een goede tussenronde, de rit na de dweil… Alles voorspelbaar. Totdat ik de analyse hoor van de lage luchtdruk. Dat je juist in de bocht daar voordeel van hebt. Het is het gevoel dat, als je een prefecte bocht rijdt, een duwtje in de rug krijgt. Daar zit de winst…
Waar heb ik dat eerder gehoord, een perfecte bocht! De 500 meter is voor mij de favoriete afstand om naar te kijken. Drie rechte stukken en twee bochten. Op het scherpst van de snede, langs het glanzend gedweilde binnenrandje te zien wie de mooiste en de snelste bocht rijdt. Al of niet met een lage luchtdruk!
Gerard Kokhuis