Over het OKT (Olympisch KwalificatieToernooi) zullen de komende dagen de sportpagina’s vol worden geschreven. Het is in mijn ogen dit seizoen het belangrijkste schaatstoernooi voor de Nederlandse schaatsers en mogelijk dus belangrijker dan de Olympische Spelen zelf. Want de inzet is namelijk plaatsing voor de Spelen en dat is een horde die je als sporter beslist moet nemen, alvorens je überhaupt over het winnen van medailles kunt gaan nadenken. Het moet nu gebeuren, anders moet je vier jaar wachten of is je droom als sporter definitief over. Maar is dit werkelijk zo?
Nee, dat laatste hoeft voor de Nederlandse schaatsers niet in alle gevallen zo te zijn. De commissie die de atleten aanwijst, behoudt zich namelijk het recht voor in bijzondere gevallen af te wijken van een reguliere plaatsing en hiervoor in de plaats een andere rijder of rijdster een ticket te geven richting Zuid-Korea. Het zal je maar gebeuren dat je denkt je geplaatst te hebben voor de Olympische Spelen en dat je vervolgens achteraf via een maatregel vanachter een bureau hoort, dat je droom in duigen valt en dat een ander jouw plek gaat innemen. Dat kan toch niet waar zijn? Dit kan echter wel en is zelfs een reëel scenario.
Nederland is in de gelukkige omstandigheid dat we een groot aantal schaatsers hebben die niet alleen op wereldniveau meedoen om de prijzen, maar onderling elkaar zo weinig ontlopen dat de verschillen in honderdsten van een seconde moeten worden gemeten. Een luxepositie, maar ook een positie die dus automatisch inhoudt dat er ook kanshebbers op medailles thuis moeten blijven. Een hard gelag, maar wel een belangrijk onderdeel van iedere sport, het gaat namelijk altijd om winnen of verliezen. Van 26 tot en met 30 december 2017 moet het gebeuren voor onze schaatsers en dat wisten deze sporters ruim van tevoren, dus daar kon men naar toe werken. Als je op dit toernooi, om wat voor reden dan ook, niet goed presteert, verdien je geen ticket voor de Spelen, hoe sneu dit voor de betrokken atleet ook is.
Dat moet je echter niet willen repareren via één of meerdere aanwijsplekken en ik ben voorstander van de manier waarop men dit soort beslissingen in Amerika neemt. Ook daar organiseert men een toernooi en dat noemt men daar ‘Trials.’ Simpele regelgeving, geen uitzonderingen door aanwijsplekken en prestaties uit het verleden tellen niet mee. Het gaat om de eerste twee of drie plaatsen op de diverse afstanden op dat toernooi, die gaan naar de Spelen en verder is het voor iedereen over en uit. Duidelijk voor een ieder, hard, maar wel fair en volledig in lijn met de regels die ook gelden tijdens de Spelen. Plaatsing dwing je af tijdens een confrontatie met je concurrenten en niet vanachter een bureau. Dus KNSB, stop met die aanwijsplekken, organiseer gewoon een toernooi, waarbij aan de hand van de uitslagen direct na afloop duidelijk is wie er wel en wie er niet naar de Spelen gaan. Ja, dat kan in theorie zelfs inhouden dat Bergsma, Mulder en Ter Mors hun gouden medailles van 2014 niet kunnen verdedigen en dat Kramer zelfs nooit een gouden medaille op de 10 kilometer zal gaan winnen. Dat zou natuurlijk een deceptie zijn, ook voor de volgers van deze sport, maar het is wel eerlijk want dat zou betekenen dat de afvallers niet op het juiste moment hebben gepresteerd en daar gaat het tenslotte wel om in de sport en met name in de topsport. Hoe dan ook, het is zeker dat voor sommigen sporters dit OKT een Ongelofelijk KloteToernooi gaat worden. Sterkte!
Chris Walraven