Wie het had over de voetbalclub Sparta Enschede, had het ook over Ab Bakker. Het was zelfs zo dat volgens sommigen de voetbalvereniging eigendom van hem was, terwijl ze thuis wel beter wisten, want daar hadden ze in de gaten dat Ab geheel door eigen toedoen juist eigendom was van Sparta Enschede. Geen wonder dat in huize Bakker aan de Geessinkweg aan de noordrand van Enschede het toch nog een aardig eindje rijden was naar sportpark Schreurserve aan de Kotkampweg waar de voetbalvereniging haar domicilie had. En waar Ab Bakker kind aan huis was, voorzitter, duvelstoejager en – last but not least – supporter.
Mister Sparta is onlangs overleden, op 88-jarige leeftijd én in het jaar van de honderdste jaardag van de club die hij in vele opzichten en op geheel eigen wijze leidde, ik zou bijna zeggen als een huisvader en hou het daar ook maar op. Bakker was een flamboyant heerschap, man van stand en statuur, maar ook een handige regelaar die barstte van de contacten, gracieus en inpalmend, maar ook berekenend. De club stond bovenaan, de rest bestond uit afgeleiden daarvan. Bakker onderhield de banden met andere voetbalclubs nauwgezet, was kind aan huis bij de gemeente, waar hij alle wethouders en belangrijke ambtenaren kende – en indien hij zulks nodig achtte – ook aansprak. ‘Nu we hier toch zijn…’ en dan kwam er weer een idee, een wens of een als verzoek verpakt bevel.
Bakker stamde uit een nest Nederlands Gereformeerde Kerk aan de Lasondersingel, want alsof het zo moest zijn: dichter bij de kantine dan bij de huiskamer. In die kringen werd meer gebeden dan gevoetbald, zeker in 1921, het geboortejaar van Sparta. Bakker heeft er alles aan gedaan om Sparta op te stuwen, maar een semiprofclub met waanzinnige vergoedingen, zoals andere voetbalverenigingen in Enschede en Twente, is Sparta ook ten tijde van het regime Bakker nooit geweest. Hij was wel een ritselaar, zij het een innemende, vol gewaagde moppen en sterke verhalen. En bij elke club wisten ze dat, wanneer Sparta Enschede op bezoek kwam, de Berenburg koud moest worden gezet.
Waar hij namens Sparta moest zijn, daar was hij en nooit ongemerkt, daarvoor praatte en regelde Bakker te veel. Markant was hij, doch ook dominant, zij het meer met fluweel dan met ijzer.
Er is een tijd geweest dat ik elk weekend naar een voetbalwedstrijd toog om daarvan verslag te doen in wat destijds de Weekendtopper werd genoemd, een verhaal dat de wedstrijd als aanleiding had, maar voor de rest in het teken stond van verhalen langs de lijn, in de bestuurskamer en aan de toog in de kantine. Ik kwam op mijn fiets en ging ook op de dat herenrijwiel terug, soms met ‘een mooie sputter op’, teneinde vervolgens op de redactie een – zeg maar – sfeerrijk verslag te tikken, een met divertissement aangeklede en opgedirkte uitslag.
Een aangename bijkomstigheid was dat ik ook de rest van de week nog een bult verhalen had, over ondernemers met plannen, verenigingen met wensen, buurtbewoners met klachten, politiek rumoer benevens stedelijke of dorpse verwikkelingen.
Twintig jaar geleden heb ik Bakker leren kennen in de dagen en weken na de vuurwerkramp, want hij was er nauw-emotioneel bij betrokken daar één der slachtoffers een jeugdlid van Sparta was. Daar zag ik emotie, onbegrip, boosheid… Ik mocht hem graag en denk dat het wederzijds was. Hij had trouwens ook niet voor niks meer vrienden bij de krant. Zo trof ik hem een keer in de schouwburg te Hengelo in gezelschap van Henk van Keulen, in 1977 mijn eerste regiochef… En toen ik een tijdje in Het Roessingh logeerde kwam hij buiten het bezoekuur op visite met collega Wim Hesselink…
Han Pape
Mooi stukkie Han, ik kwam beginjaren negentig van het westen en Hennie Ardesch haalde mij naar Sparta en Ab zorgde dat ik bleef….