OLDENZAAL – De eerste etappe zit erop. Het bestuur van Quick’20 heeft gisteravond met de spelers gesproken, heeft uitleg gegeven en heeft geprobeerd de problemen die al maanden speelden, op te lossen. Vanavond volgt deel twee als leden en vrijwilligers worden geïnformeerd.
‘Ze doen er alles aan om de zaken die ooit toegezegd zijn, toch na te komen’, vertelt trainer René Nijhuis die gisteravond als belangstellende bij de hoorzitting aanwezig was. ‘Ze vertelden onder meer dat ze met financiële tegenvallers kampten, waardoor bepaalde randvoorwaarden wegvielen. Daar ontstond dan weer onvrede over en ook over bepaalde afspraken die met sommige spelers waren gemaakt. Maar het bestuur wil dat oplossen.’
De laatste tijd was bij de topklasser van alles scheef gegroeid. Zo werd elke speler een vrijwilligersvergoeding toegezegd, maar wie tijdelijk buiten de selectie viel, kon er geen aanspraak op maken. Zo was er ook verschil in privileges voor spelers die van elders kwamen, mede ten opzichte van het Oldenzaalse deel van de selectie. Om snel recht te kunnen trekken, wat krom gegroeid is, mogen de spelers voor 1 maart eventuele wensen kenbaar maken, zo is toegezegd.
René Nijhuis hoorde het gekrakeel allemaal met belangstelling aan, maar heeft als scheidende trainer andere prioriteiten. Zijn ploeg is afgezakt naar de voorlaatste plaats en dat zint hem uiteraard niet. ‘De omstandigheden waarin veel spelers verzeild geraakt zijn, maakt het leveren van een goede prestatie, lastig. En dat is vervelend. Quick heeft na het kampioenschap in 1993 meestal als een grijze muis aan de competitie in de hoofdklasse meegedaan. Maar de laatste jaren hebben we stappen gemaakt. Tussendoor spelen de huidige problemen al sinds 2009. De spelers zijn daar enorm door afgeleid. Ik hou me echter met de korte termijn bezig en probeer me zo min mogelijk eraan te ergeren. Ik zeg ook dat ze deze toestanden niet alleen als excuus mogen gebruiken voor de geleden nederlagen. Ze moeten op dit niveau mentaal weerbaarder zijn. ‘
Dat het bestuur serieus probeert te redden wat er te redden valt, waardeert Nijhuis. ‘Ik begrijp het. Misschien overtuigen ze sommige spelers om binnenboord te blijven. Maar het is jammer dat alles wat we hebben opgebouwd in enkele maanden verdwenen is. Desondanks hoop ik toch nog dat we ons kunnen handhaven in de topklasse. ‘