OLDENZAAL/HAAKSBERGEN – De competitie is voor HSC’21 en Quick’20 twee wedstrijden onderweg. De eerste resultaten vallen voor beide ploegen wat tegen. Zondag treffen beide ploegen elkaar in Haaksbergen, voor de eerste derby van het seizoen. Een wedstrijd die voor de winnaar precies op het goede moment komt.
Slechte seizoensstart
Quick’20 trainer Michel Steggink zag zijn ploeg gelijkspelen tegen ADO’20 en verliezen van het Haagse Quick. “Het gelijke spel was op zich prima, maar thuis verliezen van Quick was eigenlijk niet ingecalculeerd. Wanneer wij ons niveau halen moeten we dit soort wedstrijden winnend afsluiten. Het is duidelijk dat de grote vorm er nog niet is bij ons. Dat is iets ondefinieerbaars. Gewoon lekker trainen en zorgen dat het goede gevoel terug komt is eigenlijk het enige wat je kunt doen.”
Ook in Haaksbergen lopen de zaken vooralsnog niet naar wens. “Wij hadden bij de eerste twee wedstrijden toch wel op iets meer gerekend”, is trainer Daniël Nijhof eerlijk. “We troffen met jong Vitesse een sterke tegenstander. Achteraf heb ik wel vrede met de nederlaag. Thuis tegen jong De Graafschap had ik eigenlijk op meer dan een gelijkspel gerekend. Wat ik voor ogen heb is een situatie waarin wij in elk geval in Haaksbergen een vervelende ploeg zijn om tegen te spelen, een tegenstander die lastig is om te verslaan.”
Doelstelling
Voor het uitspreken van een doelstelling of benoemen van een gehoopte eindklassering is het volgens beide trainers nog veel te vroeg. “Ik vind het op dit moment lastig een inschatting te maken van de kracht van de tegenstanders Wij zijn onze topscorer en Sergio Babb kwijtgeraakt. Het is nu aan de nieuwe jongens om die plekken in te vullen. Daarnaast hebben we zeven nieuwe clubs in de competitie, waarvan het nog afwachten is hoe sterk ze zijn”, vat Steggink de huidige situatie samen.
Vanuit Haaksbergen klinkt een vergelijkbaar geluid. “Voor een klassering is het nu nog te vroeg. Je hebt zeven onbekenden, we zullen een paar weken verder moeten zijn om te kunnen concluderen wie bovenin en wie onderin zal gaan eindigen”, laat Nijhof weten.
Komt de derby te vroeg?
Grote vraag is dan of de derby niet te vroeg komt, nu beide ploegen nog niet in vorm zijn. Beide trainers vinden van niet. “Bij een derby kun je tactisch gaan plannen, maar het gaat er eigenlijk gewoon om wie er het liefste wil winnen”, vat Steggink samen. Om daar aan toe te voegen “Het is natuurlijk maar een van de 34 wedstrijden, maar wel eentje die je heel graag wil winnen. Lukt dat dan sta je er ineens weer heel anders voor.”
Zo denkt ook Nijhof er over: “Een derby komt nooit te vroeg. Het is een wedstrijd die je alktijd graag wilt spelen. Ik denk juist dat het duel voor beide ploegen precies op het goede moment komt. Na afloop kun je er heel anders voorstaan dan vooraf. Natuurlijk ben je liever in bloedvorm voor een derby, maar dat is nu eenmaal niet zo. Onze voorbereiding was wat rommelig, met blessures, waar Cenk Uguz het beste voorbeeld van is. Hij was afgelopen seizoen van grote waarde voor ons, dat is iets wat je niet zomaar kunt vervangen.”
Bijzondere terugkeer
Voor Steggink wordt de derby hoe dan ook bijzonder. “Na mijn vertrek bij HSC’21 heb ik al wel eens vriendschappelijk tegen ze gespeeld, maar er terugkomen als trainer van de tegenstander is toch heel anders. Het is een club die een speciaal plekje bij me heeft en die ik ook het allerbeste gun. Ze mogen van mij elke wedstrijd winnen, alleen deze niet.”