HAAKSBERGEN – Het einde van het jaar is weer in zicht en dus worden we weer overspoeld met eindejaarslijstjes, jaaroverzichten en goede voornemens. TwenteSport.com kan daarin niet achterblijven en dus blikken we tot de jaarwisseling elke dag terug met een Twentse (top)sporter op zijn of haar jaar. Vandaag is dat HSC’21-spits Robert Wilens (foto), die door blessureleed amper aan spelen toe kwam.
Je gaat al wat jaren mee in de top van het amateurvoetbal, maar 2015 was op zijn zachtst gezegd niet jouw gelukkigste sportjaar?
Wilens: ‘Nee dat kun je wel zeggen. De eerste seizoenshelft was ik veel geblesseerd. De eerste competitiewedstrijd van dit seizoen kreeg ik een trap op mijn enkel en was ik er lang uit en toen ik weer fit was viel ik in en kon ik vijf minuten later weer van het veld gedragen worden, omdat de doelman van Cuijk op mijn knie viel. Dus dit was een klotenjaar, vooral omdat het echt pechblessures waren. Als het telkens dezelfde blessures waren geweest aan bijvoorbeeld een spier, had ik vraagtekens bij mijn eigen fitheid kunnen plaatsen. Dat is niet het geval.’
Pechblessures. Dus nog geen bijnaam van ‘De man van glas’ in de selectie?
‘Nee zeker niet haha. Eerder de man met pech. Ik heb de pechprijs ook mogen ontvangen en de trainer heeft me een opkikker cadeau gedaan. ‘
Hoe verloopt het herstel nu?
‘Dat gaat goed. Voor de winterstop heb ik al wat pass- en schietoefeningen gedaan, maar aan het positiespel wilde ik mij nog niet wagen. Nu ga ik langzaamaan wat meer naar de sportschool en probeer de conditie bij te houden. Dat hoop ik na de winterstop verder op te bouwen.’
Wat is het sportieve doel voor 2016?
‘Zo snel mogelijk weer spelen en meer dan vijf minuten maken. Vanaf de kant kun je namelijk niks. Joost Exterkate en Bas Postma doen het goed in de spits en die concurrentie wil ik weer aangaan. Daar loop ik niet voor weg en worden we allemaal beter van.’
Dit is op papier jouw laatste jaar bij HSC’21. Weet je al wat er in de zomer gebeurt?
‘Nee daar heb ik nog geen idee over. Als ik weer fit ben gaan er gesprekken komen, maar dat heeft nu nog geen nut. Zolang ik fit kan blijven wil ik nog niet stoppen. Daar vind ik het spel nog te leuk voor. Als ik echt slepende blessures krijg, kan ik altijd nog stoppen of lager gaan voetballen, maar daar is nog geen sprake van.’