OLDENZAAL/HAAKSBERGEN – Nu elk team in de zondagtopklasse vijftien duels heeft gespeeld valt er een opmerkelijke balans op te maken. De Twentse clubs, Quick ’20 en HSC ’21, verrassen beiden. De één op een positieve en de ander op een negatieve manier. Wat cijfers feiten en conclusies op een rij.
Quick ‘20
Quick ’20 stelde de eerste seizoenshelft uitermate teleur. Na de 8ste plaats in het debuutseizoen 2010-2011, staat de ploeg nu kansloos laatste na vijftien duels. Er werd slechts één keer gewonnen en twee keer gelijk gespeeld, waardoor de ploeg een schamele vijf punten verzamelde. Dennis Sepp, rapporteur voor TwenteSport.com, had dat niet verwacht. ‘Ik heb de wedstrijd tussen Quick ’20 en HSC ’21 bekeken en vond Quick ’20 toen fris en goed georganiseerd spelen. Ik ben dan ook verrast dat de ploeg zo weinig punten heeft.’
Van alle ploegen in de Topklasse heeft Quick ’20 de meeste doelpunten tegen. Keeper Laurens Ensink en zijn collega’s moesten al 39 keer de bal uit het net vissen. Naast het hoge aantal doelpunten tegen kan het team ook geen compliment gemaakt worden over de doelpuntenproductie. De Oldenzalers scoorden slechts twaalf keer, wat samen met VVSB het minst aantal gescoorde doelpunten in de Topklasse is. Topscorer Teglat Gouriye is dan misschien het enige pluspunt, aangezien hij met vijf doelpunten bijna de helft van de gemaakte doelpunten voor zijn rekening nam. Gerrit Megelink zag echter ook andere spelers verrassen: ‘Jochem Oude Booyink en Bas Woesthuis zijn twee spelers die topklassewaardig zijn. Misschien lopen er nog wel twee of drie spelers die dat niveau hebben, maar over het algemeen mist de ploeg kwaliteit. Dat is het gevolg van beleid, dus met een beschuldigende vinger naar de technische staf wijzen, is niet correct.’
Wellicht is het bemoedigend dat Quick ‘20 vorig seizoen, het seizoen waarin het team achtste werd, ook geen goede eerste seizoenshelft kende. Toen werden er dertien punten gehaald. In de tweede helft van de competitie herstelde het elftal zich en werden er nog 26 punten daaraan toegevoegd. Wie weet kan Mossing Holsteyn het stuntje van zijn voorganger, Rene Nijhuis, ook uithalen en zijn club behoeden voor degradatie. Dan moet er echter wel uit een ander vaatje getapt gaan worden in Oldenzaal. De beide rapporteurs hebben er echter een hard hoofd in. ‘Quick ’20 is gedoemd te degraderen’, vindt Gerrit Megelink.
HSC ‘21
HSC ’21 kent in tegenstelling tot Quick ’20 een uitermate plezierig debuut in de Topklasse. De Haaksbergenaren zijn op de derde plaats op de ranglijst terug te vinden. Ze wonnen acht keer, speelden vijf keer gelijk en verloren slechts twee keer. ‘Daar mag je de technische staf van de Haaksbergenaren best een pluim voor geven. De ploeg speelt verzorgd en aanvallend voetbal’, aldus Megelink. Ook Sepp vindt het elftal goed spelen: ‘Het aanvallende spel van HSC is verfrissend om naar te kijken.’ Ook de hoge doelpuntenproductie is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Alleen Haaglandia maakte meer doelpunten (44 om 36) dan de Haaksbergenaren. Daar komt nog eens bij dat elke wedstrijd waarin HSC scoorde, er minstens één punt werd gehaald. Werd er niet gescoord, dan was het ook meteen een nederlaag (FC Lienden 0-2, Achilles ’29 0-3).
De topscorer van HSC ’21 is verrassend genoeg niet een aanvaller, maar een verdediger. Reserve-aanvoerder Sven Weustink scoorde maar liefst negen doelpunten, twee meer dan aanvaller Appie Altunbas. Volgens Megelink is de rechtsback een opvallende speler. ‘Als Weustink de ruimte ziet dan duikt hij er direct in. Hij speelt tot nu toe een erg goed seizoen.’ Sepp is vooral verrast door middenvelder Erwin Nieuwboer. ‘In het aanvallende spel dat HSC speelt, is Nieuwboer een belangrijke pion. Hij is een echte aanwinst is.’
Van alle promovendi in de Topklasse staat HSC ’21 het hoogst genoteerd. WKE (6e), HBS (11e) en UNA (13e) staan allen lager geklasseerd. Een theoretische kans om kampioen te worden bestaat er zelfs nog voor de Haaksbergenaren. De achterstand op koploper Achilles ’29 bedraagt acht punten. De praktische kans dat het elftal nog kampioen wordt, is echter niet heel groot. Sepp: ‘De tweede seizoenshelft is wat mij betreft bepalender dan de eerste. Nu komt het er op aan. Als HSC in het linkerrijte eindigt dan hebben ze een goed seizoen gedraaid.’
Analist Gerrit Megelink dicht de Haaksbergenaren een plek bij de eerste vijf toe. ‘HSC doet het buitengewoon goed. Men heeft zelfs de blessure van Jordi Holtkamp goed opgevangen. Ze zouden maar zo bij de eerste vijf teams kunnen eindigen.’
De stand in de zondagtopklasse is HIER te zien.
De tweede seizoenshelft start zondag 4 december voor beide teams met een uitwedstrijd. Quick ’20 gaat op bezoek bij De Treffers in Groesbeek, terwijl HSC ’21 de reis naar FC Hilversum zal afleggen.
Foto: Opkomst van de beide elftallen tijdens het onderlinge treffen in Haaskbergen.
(Foto TwenteSport.com)
Dat verklaart het bekende twentespelers sterrenklassement.
Quick en Swzw bakken er niets van maar er staan wel spelers van hun in het bekende twentenaren klassement.
Ja leuke verslaggeving.en inderdaadom maar weer eens daarover te beginnen.
Het is van de gekke dat een speler als Michels niet tussen dit rijtje sterrenbezitters staat.
Deze speler is een van de grootste talenten uit de zaterdagtopklasse.
Maar je moet denk ik een goede babbel hebben en of bekend zijn met een of andere verslggever annex analyst/